phlegmasia alba dolens en phlegmasia caerulea dolens

Kritieke ischemie van het been door twee bijzondere vormen van diepveneuze trombose

Klinische praktijk
Lars van Bindsbergen
Bram Fioole
Rutger J. Hissink
Marc van Leersum
Frans L. Moll
Jean-Paul P.M. de Vries
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B68
Abstract

Dames en Heren,

De diagnose ‘diepveneuze trombose (DVT) van het been’ wordt veelvuldig gesteld. De incidentie is 0,5-1,5 per 1000 inwoners per jaar.1 Massale DVT van het been kan leiden tot snel progressieve belemmering van de veneuze afvloed met massaal oedeem, extreme pijn en het ontstaan van kritieke ischemie van het lidmaat. Afhankelijk van de ernst van de veneuze obstructie wordt dit ziektebeeld ‘phlegmasia alba dolens’ of ‘phlegmasia caerulea dolens’ genoemd; bij de laatste vorm is die obstructie ernstiger. Hoewel deze ernstige ziektebeelden slechts een kleine fractie van alle DVT’s vormen, zijn tijdige onderkenning en behandeling ervan essentieel om amputatie of zelfs overlijden te voorkomen.

In deze les beschrijven wij 3 patiënten bij wie phlegmasia caerulea dolens werd vastgesteld in een observatieperiode van 3 jaar en wij geven een overzicht van de pathofysiologische aspecten, de behandelingen en de gevolgen van deze ziekte.

De huisarts verwees patiënt A, een 46-jarige…

Auteursinformatie

St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein.

Afd. Vaatchirurgie: drs. L. van Bindsbergen, arts; dr. B. Fioole en dr. J.P.P.M. de Vries, chirurgen.

Afd. Radiologie: drs. M. van Leersum, interventieradioloog.

Scheper Ziekenhuis, afd. Chirurgie, Emmen.

Drs. R.J. Hissink, chirurg.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Vaatchirurgie, Utrecht.

Prof.dr. F.L. Moll, chirurg.

Contact dr. J.P.P.M. de Vries (j.vries@antonius.net)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 10 november 2008

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Th J M V
van Vroonhoven

Met veel plezier las ik deze klinische les over kritieke ischemie bij twee bijzondere vormen van diepveneuze trombose, te weten phlegmasia alba dolens en phlegmasia caerulea dolens. Velen zullen zich echter niet realiseren dat ernstig perifeer vaatlijden niet alleen het gevolg van phlegmasia kan zijn, maar ook de oorzaak, zij het weliswaar zeer zeldzaam.

Ter illustratie deze korte ziektegeschiedenis. Vele jaren geleden zag ik een ruim 80-jarige heer in consult met een plotseling opgetreden massieve zwelling van het linker been, gepaard gaande met heftige pijn. Bij inspectie van het been bestond er de klassieke vorm van phlegmasia caerulea dolens. Verder onderzoek leverde de interessante bevinding op dat er sprake was van een geruptureerd aneurysma van de A. profunda femoris. Het daardoor opgetreden grote hematoom in het bovenbeen, dat uiteraard onder hoge druk stond, zorgde voor een totale belemmering van de veneuze terugvloed uit het been. Het probleem kon chirurgisch op betrekkelijk eenvoudige wijze worden opgelost. Onder regionale verdoving werd het aneurysma uitgeschakeld door het te openen en van binnenuit de aanvoerende en afvoerende vaten te doorsteken. De veneuze stuwing, en daarmee het beeld van de phlegmasia caerulea dolens, verdween binnen enkele dagen restloos. Dit bijzondere ziektebeeld staat mij nog steeds duidelijk voor de geest. Niet in het minst omdat ik de oudere heer die ik toen mocht opereren al langere tijd goed kende. Die oudere heer was namelijk mijn eigen vader.

Theo van Vroonhoven, emeritus hoogleraar