Klinische thermometrie. I. Historische ontwikkelingen

Perspectief
M.A. Mackenzie
G.M. van Heteren
J.W.M. van der Meer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:954-6
Abstract

Samenvatting

De klinische thermometrie heeft een lange geschiedenis. De betekenis van een normale en afwijkende lichaamstemperatuur is sinds de Oudheid op zeer wisselende wijze geduid. Theorieën daaromtrent gebaseerd op de humoraalpathologische doctrine maakten plaats voor meer natuurwetenschappelijke opvattingen in de 19e en 20e eeuw. Objectieve meting en vergelijking werden pas mogelijk door de uitvinding van de thermometer en de introductie van temperatuurschalen. Sanctorius en later Boerhaave en anderen hebben het nut van het meten van de lichaamstemperatuur in de kliniek benadrukt, maar pas laat in de 19e eeuw werd dit belang algemeen erkend. Vele wetenschappers hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de klinische thermometrie, maar het leggen van de wetenschappelijke basis daarvan is vooral aan Wunderlich toegeschreven.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Kliniek voor Inwendige Ziekten, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Dr.M.A.MacKenzie en prof.dr.J.W.M.van der Meer, internisten.

Katholieke Universiteit, vakgroep Ethiek, Filosofie en Geschiedenis van de Geneeskunde, Nijmegen.

Mw.G.M.van Heteren, arts-medisch historicus.

Contact dr.M.A.MacKenzie

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties