Opzet van dit artikel
- De ziektegeschiedenis wordt beschreven zoals die zich in de praktijk heeft voorgedaan. Ook het commentaar dat aan een ‘ervaren clinicus’ en aan een ‘ervaren huisarts’ (die niet bij de patiënt waren betrokken) werd gevraagd, is onveranderd weergegeven. Het gaat om de didactische waarde van de praktijksituatie.
Ziektegeschiedenis
Patiënt A, een 55-jarige man, raadpleegde in het begin van het najaar van 1993 zijn huisarts wegens ‘een grieperig gevoel’. Hij had sinds 2 dagen malaise, koorts zonder koude rillingen, en hoofdpijn. Hij had geen last van verkoudheidsverschijnselen, keelpijn of hoesten. Patiënt was voorheen zelden ziek geweest; hij was gehuwd, had 3 kinderen en werkte als hoofd van een verkoopafdeling. Hij rookte af en toe een sigaar.
De huisarts schreef paracetamol voor en gaf patiënt het advies terug te komen als de klachten verergerden.
Patiënt meldde zich opnieuw 3 dagen later; hij had toen koorts tot 39°C, met…
Reacties