Dames en Heren,
Kinkhoest komt ondanks vaccinatie nog geregeld voor. In tegenstelling tot adolescenten en volwassenen bij wie de symptomen meestal beperkt zijn, is kinkhoest voor zuigelingen wel degelijk gevaarlijk. De ziekteverschijnselen zijn bij deze leeftijdscategorie veelal aspecifiek en de typische hoestbuien ontbreekt regelmatig. De diagnose ‘kinkhoest’ wordt daardoor niet altijd gesteld, soms met fatale gevolgen.
Om de 3-4 jaar vinden er epidemische verheffingen plaats van kinkhoest. Op basis van seroprevalentie-onderzoek wordt geschat dat 9,3% van de Nederlandse bevolking ouder dan 9 jaar jaarlijks wordt geïnfecteerd met Bordetella pertussis.1 Deze infecties verlopen meestal met beperkte symptomen of subklinisch, wat verklaart dat het aantal aangiften bij het RIVM de laatste 5 jaar schommelde tussen de 4000 en 8000 per jaar; het gemiddelde aantal aangiften in de periode 2007-2011 was 6609 per jaar. In de afgelopen maanden bleek er een forse toename van het aantal patiënten met kinkhoest te zijn…
Diagnostiek bij infectieziekten
Nooitgedagt en collega’s beschrijven twee ongewoon ernstig verlopen gevallen van kinkhoest. De waarde van infectieziekten diagnostiek in het algemeen en van kinkhoest diagnostiek in het bijzonder zijn echter opmerkelijk onevenwichtig besproken. Bij de bespreking van patiënt A wordt aangegeven dat “aanvullend diagnostisch onderzoek naar een virale verwekker niet werd verricht wegens het ontbreken van therapeutische consequenties”. Met betrekking tot de secundaire preventie van kinkhoest, worden de aangehaalde richtlijnen onvolledig geciteerd: De twee richtlijnen vermelden met argumenten omkleed: “in afwachting van diagnostiek”.
In tegenstelling tot wat gesuggereerd wordt is het vaststellen van een etiologische diagnose niet alleen maar noodzakelijk voor het vaststellen van de keuze van antimicrobiële therapie; daarnaast wordt nog veel meer informatie verkregen: 1. Het uitvoeren van diagnostiek biedt de mogelijkheid inzicht te krijgen in de klinische presentatie en het ziektebeloop van patiënten met een infectie met een bepaalde verwekker. In de opleidingssituatie en bij de dagelijkse uitoefening van de geneeskunde is dit essentieel zodat klinische beelden niet ten onrechte worden toegeschreven aan bepaalde verwekkers. 2. Het met grote zekerheid uitsluiten van de veelvoorkomende verwekkers, met of zonder behandel consequenties, maakt dat de differentiaal diagnose de minder frequente verwekkers omvat en kan een vertraging van het instellen van het juiste beleid voorkomen. 3. Diagnostiek geeft inzicht in de epidemiologie van verwekkers met de mogelijkheid om veranderingen op te sporen. Belangrijke verschuivingen kunnen consequenties hebben, niet alleen voor de individuele patiënt, maar ook voor het beleid op het niveau van de openbare volksgezondheid en ziekenhuishygiëne. 4. Indien antimicrobiële behandeling geïndiceerd is, is het zaak gericht te behandelen. Diagnostiek voorkomt zowel onderbehandeling als overbehandeling. Dat laatste draagt bij aan het steeds groter wordende probleem van antimicrobiële resistentie. 5. Verder is vroege onderkenning van een resistentie probleem in een te behandelen verwekker belangrijk ter voorkoming van verder selectie en verspreiding van deze resistente verwekkers. Samenvattend is adequate microbiologische diagnostiek belangrijk voor een rationeel beleid bij infectieziekten ten aanzien van behandeling, ziekenhuishygiëne en openbare gezondheidszorg en geeft het inzicht in ziektebeloop, (ziekenhuis-)epidemiologie, en resistentie ontwikkeling. Uiteraard is kosteneffectief werken een belangrijke component bij het uitoefenen van de geneeskunde. Echter, bij het achterwege laten van diagnostiek zal men bewust de keuze moeten maken bovenstaande informatie van ondergeschikt belang te vinden. Met betrekking tot kinkhoest betogen Nooitgedagt en collegae, dat die informatie wel belangrijk is. Ons inziens geldt dat voor de meeste infectieziekten waarvoor patiënten in ziekenhuizen worden opgenomen.
Rob Rentenaar, arts-microbioloog UMCU
Patrick Sturm, arts-microbioloog PAMM