Samenvatting
Doel
Bepalen in hoeverre in Nederland de meldingsplicht van kinkhoest en de daarop gebaseerde maatregelen effectief zijn bij de bescherming van niet of onvoldoende gevaccineerde kinderen tegen een infectie.
Opzet
Descriptief, retrospectief.
Methode
Van alle in 2004 in Nederland gemelde gevallen van kinkhoest (n = 9310) werd de termijn tussen de eerste ziektedag en melding bepaald. 3 weken is de maximale duur van de periode om nog gerichte maatregelen ter bescherming van risicokinderen in het gezin te kunnen nemen. Tevens werd van de meldingen in de provincie Groningen (411 gevallen) onderzocht of er daadwerkelijk kinderen in de omgeving waren die niet of onvoldoende gevaccineerd waren en of preventieve maatregelen genomen dienden te worden.
Resultaten
Van de kinkhoestpatiënten in Nederland werden in 2004 890 (10,7) binnen een termijn van 3 weken na de eerste ziektedag aangemeld. In Groningen bedroeg dit aantal 30 (9,1), waarbij in geen enkel geval een onvoldoende gevaccineerd kind in het gezin aanwezig was.
Conclusie
De meldingsplicht is, in een endemische situatie met grote onderrapportage, niet effectief om besmetting met kinkhoest van onvoldoende gevaccineerde kinderen te voorkomen. Alternatieve vaccinatiestrategieën, gericht op het voorkómen van de verspreiding van kinkhoest rond onvoldoende gevaccineerde kinderen, zijn wellicht effectiever en dienen nader onderzocht te worden.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:86-90
Reacties