Kindergeneeskunde en etnische minderheden. I. Algemene problemen

Klinische praktijk
T.W.J. Schulpen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:751-4

Zie ook het artikel op bl. 754.

Inleiding

In Nederland behoort bijna 5 van de bevolking tot de groep der etnische minderheden. Van deze 660.000 inwoners komt ongeveer de helft uit het Middellandse-Zeegebied (ca. 110.000 uit Marokko en ca. 160.000 uit Turkije), terwijl er ruim 220.000 uit Suriname en de Nederlandse Antillen komen. Het grootste deel van hen woont in de 4 grote steden en verhoudingsgewijs neemt hun aantal snel toe.1 De voornaamste oorzaak hiervan is het grote aantal geboorten, dat twee- à driemaal zo hoog is als van de Nederlandse bevolking. Op dit moment vindt in de grote steden ruim 30 van de geboorten plaats bij gezinnen van etnische minderheden, terwijl 15 van de bewoners van deze steden uit deze groep bestaat.2 Daarenboven vindt bij mediterrane migranten nog steeds primaire gezinshereniging plaats (gedurende de laatste twee jaren kwamen ongeveer 4000 Turkse en Marokkaanse kinderen naar Nederland) en…

Auteursinformatie

Ziekenhuis Overvecht, afd. Kindergeneeskunde, Paranadreef 2, 3563 AZ Utrecht.

Dr.T.W.J.Schulpen, kinderarts-tropenarts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties