Inleiding
De zorg voor zwakzinnige kinderen en jeugdigen in Nederland is in de laatste decennia aanzienlijk vooruitgegaan. De zgn. VTO-teams (die zich bezighouden met vroegtijdige onderkenning), sociaal-pedagogische diensten, kinderdagverblijven en speciale scholen boeken goede resultaten bij het bevorderen van de ontwikkeling van zwakzinnige kinderen en in het bijzonder bij het optimaal benutten van de intellectuele mogelijkheden in de leersituatie.
Bij zwakzinnige kinderen met gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen missen pedagogisch en didactisch gerichte hulpverleningspogingen echter vaak het doel. In deze gevallen bemerken hulpverleners dat de hulpverlening wordt belemmerd door een ander probleem, waarop zij echter geen zicht kunnen krijgen. Het kind wordt dan vaak verwezen voor een grondig onderzoek naar kinderarts, kinderneuroloog of andere specialist. Wel wordt daardoor een beter inzicht in de organische en biologische afwijkingen verkregen, maar nog steeds wordt de èchte hulpvraag niet herkend. Uiteindelijk kan het kind naar een gespecialiseerd observatiecentrum verwezen worden. Daar kan het kind…
Reacties