Kanttekeningen bij een casus over hulp bij zelfdoding bij een patiënt met een organisch-psychiatrische stoornis

Opinie
W.J. Schudel
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:884-6
Abstract

Zie ook de artikelen op bl. 881 en 905.

Hulp bij zelfdoding bij patiënten met een psychiatrische stoornis komt in Nederland slechts enkele malen per jaar voor.1 Goed gedocumenteerde casuïstiek is nog zeldzamer en blijft als regel beperkt tot juridische processtukken. De klinische les van Van der Meer et al. in dit tijdschriftnummer betreft weliswaar niet een uitsluitend psychiatrische casus, maar is voldoende illustratief om nader aandacht te besteden aan het besluitvormingsproces dat uiteindelijk leidde tot hulp bij zelfdoding.2 Vooruitlopend daarop maak ik enkele algemene opmerkingen.

De discussie over de (on)toelaatbaarheid van hulp bij zelfdoding bij psychiatrische patiënten is in Nederland ruim 10 jaar geleden op gang gekomen. Aanleiding hiertoe was een (niet gepubliceerde) afwijzing van het Medisch Tuchtcollege in Groningen in 1987 aangaande een klacht van de inspecteur voor de geestelijke volksgezondheid tegen een psychiater die hulp bij zelfdoding had verleend. In hoger beroep wees het…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Psychiatrie, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.

Prof.dr.W.J.Schudel, hoogleraar klinische en sociale psychiatrie.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties