artikel
Op 26 november 2012 overleed op 93-jarige leeftijd de Amerikaanse plastisch chirurg en transplantatiepionier Joseph Murray. Hij was een week daarvoor na een herseninfarct opgenomen in het Brigham and Women’s Hospital, het ziekenhuis waar hij in 1954 de eerste niertransplantatie verrichtte.
Murray was de eerste die succesvol een orgaan bij de mens transplanteerde. In 1954 transplanteerde hij een nier van de ene broer van een eeneiige tweeling naar de andere. De ontvangende broer leefde daarna nog 8 jaar. In 1959 verrichtte hij de eerste succesvolle transplantatie van een nier van een levende donor naar een niet-identieke ontvanger, en in 1962 was hij de eerste die een nier die na het overlijden van de donor was verkregen, succesvol transplanteerde.
Daarnaast heeft hij ook grote invloed gehad op ons denken over de dood. In 1968 was hij als lid van het ‘Harvard Medical School ad hoc committee’ mede-auteur van het artikel dat de acceptatie betekende van het concept ‘hersendood’. In dat jaar verscheen in JAMA een artikel getiteld ‘A definition of irreversible coma’.1 Uit de verslagen van de vergaderingen van deze commissie weten we dat Murray de term ‘irreversible coma’ vervangen wilde hebben door ‘death’, waarmee hij waarschijnlijk de eerste was die hersendood en dood gelijkstelde.2 Hoewel zijn voorstel het niet haalde, werd ‘hersendood’ korte tijd later een wettige entiteit, niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in andere, vooral westerse landen.
Murray won in 1990 samen met Edward Donnall Thomas de Nobelprijs voor Geneeskunde. Thomas overleed ruim twee maanden geleden op 92-jarige leeftijd.
Reacties