Samenvatting
Tussen februari 1963 en januari 1988 werden in een algemeen ziekenhuis 174 patiënten met acute en 307 met chronische nierinsufficiëntie behandeld met hemodialyse en peritoneale dialyse. Van de patiënten met acute nierinsufficiëntie had 62 acute tubulusnecrose. Bij de patiënten met chronische nierinsufficiëntie steeg de mediane leeftijd in de loop van 20 jaren van 37 naar 62 jaar.
Als oorzaken van terminale nierinsufficiëntie kwamen hart-en vaatziekten en diabetes mellitus de laatste 10 jaar meer voor. Door het grotere aantal oudere patiënten nam de sterfte toe, terwijl het aantal patiënten dat een niertransplantatie onderging, gelijk bleef. Door een actief transplantatiebeleid naast thuishemodialyse en continue ambulante peritoneale dialyse kon in totaal 66 van de thans levende patiënten van de dialyse-afdeling ontslagen worden.
Infecties en hart- en vaatziekten vormden de belangrijkste oorzaken van morbiditeit en sterfte bij zowel gedialyseerde patiënten als patiënten die een niertransplantatie ondergingen. Van alle patiënten was de 5-jaarsoverlevingskans 60 en de 10-jaarsoverlevingskans 42.
Reacties