Samenvatting
Doel
De samenhang vaststellen tussen diuretica en het ontstaan van jicht en het belang hierbij van hypertensie en hart-vaatziekten, als mogelijke verstorende variabelen.
Opzet
Patiënt-controleonderzoek.
Methode
Met behulp van de morbiditeits- en medicatiedata uit de elektronische medische dossiers van een apotheekhoudende huisartspraktijk werden patiënten met een eerste jichtregistratie in de periode oktober 1994-september 2002 geselecteerd; per patiënt werden in dezelfde praktijk aselect 3 controlepersonen van gelijke leeftijd en van hetzelfde geslacht gezocht die niet bekend waren wegens jicht. Er werden conditionele logistische-regressieanalysen uitgevoerd om een schatting te maken van de oddsratio (OR) voor jicht bij patiënten met diureticumgebruik gedurende minimaal 3 maanden en bij patiënten die bekend waren wegens hypertensie, hartfalen of myocardinfarct. De interactie tussen variabelen werd onderzocht na stratificatie voor diureticumgebruik.
Resultaten
Via de dossiers werden 70 jichtpatiënten gevonden (59 mannen) met een gemiddelde leeftijd van 55,1 jaar (SD: 13,5) en 210 gematchte controlepersonen. Wanneer er niet gecorrigeerd werd, leek diureticumgebruik gepaard te gaan met een duidelijk risico op jicht: OR: 2,8 (95-BI: 1,2-6,6). Maar na correctie voor de cardiovasculaire behandelindicaties ‘hypertensie’, ‘hartfalen’ en ‘myocardinfarct’ was het jichtrisico bij diureticumgebruik verdwenen: OR: 0,6 (95-BI: 0,2-2,0). Er was een onafhankelijk jichtrisico bij hypertensie (OR: 3,9; 95-BI: 1,6-10,0) en in mindere mate bij myocardinfarct (OR: 1,5; 95-BI: 0,5-4,1). Ook het jichtrisico bij hartfalen werd berekend (OR: 40,1; 95-BI: 3,8-437,2), maar de onafhankelijkheid van diureticumgebruik kon niet worden aangetoond aangezien alle patiënten met hartfalen diuretica gebruikten en er onder de niet-gebruikers van diuretica geen hartfalen voorkwam.
Conclusie
In dit patiënt-controleonderzoek was er bij gebruik van diuretica geen verhoogd risico op het ontstaan van jicht. De cardiovasculaire prescriptieredenen waren belangrijke verstorende variabelen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:472-7
Reacties