Jeuk bij interne aandoeningen; pathogenese en behandeling

Klinische praktijk
R.C.Y. Beckers
B.J. Vermeer
B.W. Boom
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1269-72

Jeuk (pruritus) is een vaak voorkomende klacht in de dermatologische praktijk. Veel huidziekten gaan gepaard met gelokaliseerde of gegeneraliseerde jeuk (tabel 1). Ook interne aandoeningen en geneesmiddelen kunnen tot jeuk leiden zonder dat de huid evidente afwijkingen vertoont (‘pruritus sine materia’) (zie tabel 1; tabel 2). Soms zijn uitsluitend krabeffecten zoals excoriaties, hemorragische crustae en (of) lichenificatie zichtbaar.

Allereerst zal kort worden ingegaan op de neurofysiologie, de mediatoren en de modulatoren van jeuk. Daarna zullen enkele interne ziekten worden besproken, die gepaard kunnen gaan met jeuk.

Neurofysiologie van jeuk

Over de neurofysiologie van jeuk is nog weinig bekend. Algemeen wordt aangenomen dat jeukimpulsen – evenals pijnimpulsen – afferent via vrije zenuwuiteinden ter hoogte van de dermo-epidermale overgang worden voortgeleid door langzaam geleidende, ongemyeliniseerde C-vezels.1 Centraal worden deze impulsen waarschijnlijk via verschillende subgroepen van neuronen naar de thalamus en vervolgens naar het somatosensibele deel van de hersenschors…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Dermatologie, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Dr.R.C.Y.Beckers, assistent-geneeskundige; prof.dr.B.J.Vermeer en dr.B.W.Boom, dermatologen.

Contact dr.R.C.Y.Beckers

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

H.
van den Hombergh

Gweru, Zimbabwe, juli 1994,

Met interesse las ik het caput selectum van de collegae Beckers, Vermeer en Boom (1994;1269-72). Ik onderschrijf volledig het belang van een complete anamnese en lichamelijk en ander onderzoek bij klachten van pruritus, ook als deze met een huidziekte in verband kunnen worden gebracht. Het is echter niet alleen in bijvoorbeeld Afrika van belang om aan tropische ziekten of aan de bijwerking van de behandeling daarvan te denken nu zovele reizigers terugkeren na een korter of langer verblijf in de tropen en immigranten en (of) asielzoekers medische hulp zoeken in de Nederlandse gezondheidszorg.

Chloroquine is vooral een anti-malariamiddel dat nog steeds voor verschillende regio's al dan niet in combinatie met proguanil wordt geadviseerd voor de malariaprofylaxe. Het middel wordt naar mijn mening ook nog wel gebruikt bij de behandeling van reumatoïde artritis. Alhoewel weinig in de literatuur bekend is over de frequentie van pruritus als bijwerking in het Kaukasische ras zijn er toch interessante onderzoeken gemeld. Bij gebruik van chloroquine als malariatherapeuticum lijkt de kans op jeuk vergroot.1

In een onderzoek in Dar es Salaam, Tanzania, naar de effecten van de bijwerking ‘pruritus’ op de therapietrouw tijdens chloroquinebehandeling van malaria bleek dat 27% van de onderzoeksgroep last had gehad van jeuk, wat resulteerde in een geschatte ‘defaulter rate’ van 64%. Dit zou ernstige consequenties kunnen hebben voor het ontstaan en de verspreiding van chloroquineresistente Plasmodium falciparum-stammen.2

Het is van belang om bij het voorschrijven van chloroquine de patiënt op de mogelijkheid van jeuk te wijzen en te benadrukken dat de profylaxe in een malariagebied niet moet worden onderbroken zonder een goed alternatief. Nicotinezuur, maar ook prednisolon, promethazine en dexchloorfeniramine zijn onderzocht op hun curatieve dan wel preventieve werking tegen pruritus bij chloroquinegebruik en het resultaat was bemoedigend.3-5

Bij jeuk na een verblijf in bijvoorbeeld West-Afrika, met name Kameroen of Nigeria, moet ook nog gedacht worden aan onchocerciasis, beter bekend als rivierblindheid. In de vroege stadia van de ziekte kan jeuk een belangrijk symptoom zijn; vaak is er daarbij niet duidelijk wat aan het betreffende huidgebied te zien. Een allergische reactie op het vrjkomen en (of) de aanwezigheid van microfilariae in de huid en in subcutaan weefsel lijkt de basis van de jeuk te zijn. Strongyloidiasis is een andere, nog minder bekende tropische ziekte met jeuk als een van de mogelijke symptomen.

Het is derhalve voor de medicus practirus van vandaag belangrijk om de reis- en verblijfanamnese niet te verwaarlozen en zo nodig zeer specifiek onderzoek in te zetten om tot de juiste therapie te komen.

H. van den Hombergh
Literatuur
  1. Ezeamuzie IC, Igbigbi PS, Ambakederemo AW, Abila B, Nwaejike IN. Halofantrine-induced pruritus amongst subjects who itch to chloroquine. J Trop Med Hyg 1991;94(3):184-8.

  2. Mnyika KS, Kihamia CM. Chloroquine-induced pruritus: its impact on chloroquine utilization in malaria control in Dar es Salaam. J Trop Med Hyg 1991;94(1):27-31.

  3. Ajayi AA, Akinleye AO, Udoh SJ, Ajayi OO, Oyelese O, Ijaware CO. The effects of prednisolone and niacin on chloroquine-induced pruritus in malaria. Eur J Clin pharmacol 1991;41(4):383-5.

  4. Mnyika KS. The efficacy of piriton on chloroquine-induced pruritus in patients with malaria. East Afr Med J 1991;68(2):139-42.

  5. Okor RS. Responsiveness of chloroquine-induced pruritus to anti-histamine therapy – a clinical survey. J Clin Pharm Ther 1990;15(2): 147-50.