JAN INGENHOUSZ (1730-1799), MEDICUS, CHEMICUS EN FYSICUS

Perspectief
H.C. Walvoort
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:947

Aan het Habsburgse hof in Wenen maakten de pokken in de eerste helft van de 18e eeuw menig slachtoffer. Keizerin Maria Theresia had uit haar eerste huwelijk, met Frans de Eerste, 16 kinderen, van wie 10 de pokken doormaakten; bij 3 verliep de ziekte fataal. Beide kinderen van haar tweede man, Jozef, uit diens eerste huwelijk, overleden aan de pokken, evenals zijn eerste en zijn tweede vrouw. De keizerin zelf raakte ook besmet, maar herstelde. De lijfarts, de Nederlandse Gerard van Swieten, een leerling van Boerhaave, stond bij Jozef niet in aanzien, maar werd door Maria Theresia op handen gedragen.1 Van Swieten had bedenkingen tegen de variolatie, die toen in zwang raakte. Door de huid van een gezond kind te inoculeren met het vocht van een pokkenblaasje hoopte men een lichte ziekte te veroorzaken, die bescherming zou bieden tegen een fulminante infectie. Vaak lukte dat, maar vaak ook niet…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties