Samenvatting
Het belang van cryopreservatie van semen ten behoeve van jonge, mannelijke kankerpatiënten wordt geïllustreerd door 3 casussen. Een 28-jarige man met chronische myeloïde leukemie kreeg later een kind met zijn sperma dat was ingevroren vóór de chemotherapie, die had geleid tot azoöspermie. Bij een 18-jarige adolescent met non-hodgkinlymfoom werd de mogelijkheid om zaad in te vriezen pas ter sprake gebracht toen de chemotherapie al tot azoöspermie had geleid, hetgeen patiënt ernstig betreurde. Bij een 14-jarige jongen met acute lymfatische leukemie werd zaad opgeslagen ondanks aanvankelijke bedenkingen vanwege zijn jeugdige leeftijd. Kanker zelf leidt zelden tot een vermindering van de zaadkwaliteit, waardoor cryopreservatie onmogelijk wordt. Het doel van de preservatie is een aantal ejaculaten te verzamelen vóór de antikankerbehandeling en in meerdere porties op te slaan, zodat later een aantal malen fertilisatiepogingen kunnen worden gedaan. De eerstverantwoordelijke om cryopreservatie aan de orde te stellen, is de hoofdbehandelaar. Idealiter zijn alle zorgverleners alert op dit punt. Er is behoefte aan multidisciplinaire protocollen waarbij oncologische centra en zaadbanken betrokken zijn om tijdige attendering van patiënten te garanderen, de verantwoordelijkheden vast te leggen – met aangepaste maatregelen om onnodige vertraging te voorkomen – en procedures vast te stellen die in overeenstemming zijn met wettelijke vereisten en financiële mogelijkheden.
Reacties