Intracranieel tuberculoom, een bijzonder ruimte-innemend proces

Onderzoek
P.H.M.H. Theunissen
G. Blaauw
S.Z. Stefanko
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:2330-3
Abstract

Samenvatting

Bij 5 in Nederland woonachtige patiënten zagen wij in de periode 1982-1988 een intracranieel, lokaal, tuberculeus proces. De klinische verschijnselen en het computertomogram van een dergelijke aandoening zijn niet van die van andere ruimte-innemende processen te onderscheiden. Bij geen van de patiënten werd een synchrone longtuberculose geconstateerd en bij slechts 3 patiënten waren er anamnestisch aanwijzingen voor een metachrone tuberculose.

Gewezen wordt op de waarde van de stereotactische biopsie als methode voor het stellen van de diagnose en op enkele kenmerken van dit intracraniële proces.

Auteursinformatie

De Wever-Ziekenhuis, Postbus 4446, 6401 CX Heerlen.

Afd. Pathologie: P.H.M.H.Theunissen, patholoog-anatoom.

Afd. Neurochirurgie: dr.G.Blaauw, neurochirurg.

Academisch Ziekenhuis, afd. Klinische Pathologie, Rotterdam.

Prof.dr.S.Z.Stefanko, neuropatholoog.

Contact P.H.M.H.Theunissen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, november 1989,

Met belangstelling las ik het artikel van Theunissen et al. (1989;2330-3).

Iedere patiënt heeft tuberculose tot het tegendeel bewezen is. Deze leus komt overdreven voor. Toch heeft ze een zinnige basis. Tuberculose zonder dokter leidt vaak tot invaliditeit en dood, met dokter vaak tot genezing (althans in die landen waar de farmaceutische industrie het rendabel acht om therapeutische middelen te leveren). Voorwaar, wij zouden willen dat elk medisch ingrijpen zo waardevol kon zijn! (Bijna net zo mooi als bij griep: duurt zonder dokter een week, met dokter slechts zeven dagen!) Tuberculose is een diagnose die niet gemist mag worden.

Tuberculose in de hersenpan behoeft niet met grote voorrang opgespoord te worden vanwege de tuberculose, maar vanwege de kwetsbare positie van de hersenen. Het gevaar ligt hier niet in een slepende, invaliderende, uitputtende en tot de dood leidende ziekte. Het gevaar is acute neurologische schade en cerebrale uitval. Er zal hier geen sprake zijn van een lang uitstel door patiënt of arts. Hier is een tuberculoom iets wat iedereen hoopt, want anders is het ‘een ontsteking in de hersenen’ of ‘kanker’. Dit artikel toont aan dat de hoop op een tuberculoom lang niet altijd ijdel is – fijn om te horen. De boodschap hoeft niet te zijn: ‘dit mag u niet missen’, want er achter komt u toch wel, omdat er toch ingegrepen moet worden.

De auteurs concluderen dat een stereotactische puntbiopsie heden ten dage een goed middel is om de uiteindelijke diagnose te stellen. Die conclusie wordt ongetwijfeld afgeleid uit hun waarneming bij de 5 patiënten met een intracranieel tuberculoom, waarbij deze biopsie noch een ruimere exploratie tot meningitis heeft geleid. Dat kun je daar echter niet uit concluderen. De auteurs stelden al dat met ‘niet-invasieve onderzoekmethoden geen zekere differentiatie tussen een tuberculoom, een abces of een nieuwvorming mogelijk is’. Dat betekent dat je tot de uitslag van het biopt rekening moet houden met een abces of een maligniteit. De toepasbaarheid van een puntbiopsie hangt dus af van de mogelijke complicaties bij alle drie de differentiale diagnosen. Een bespreking van de risico's van een stereotactische puntbiopsie van intracraniële abcessen en maligniteiten lijkt me te moeten worden toegevoegd aan de bespreking.

Aan een diagnostische aantasting van de integriteit van het lichaam lijkt niet te ontkomen, en in het geval van een tuberculoom is een puntbiopt een goede keus. En in de andere gevallen?

M. van Zuiden
P.H.M.H.
Theunissen

Heerlen, december 1989,

Collega Van Zuiden onderstreept nog eens dat wij anno 1989 blij kunnen zijn met de diagnose cerebraal tuberculoom, omdat deze aandoening effectief te behandelen is. De diagnose moet dan echter wel gesteld worden!

De computertomografie voegt een revolutionaire beeldvormende techniek toe aan ons diagnostisch arsenaal. De arts verkrijgt hiermee directe visuele informatie over de morfologie van de hersenen met eventuele afwijkingen. Het gevaar bestaat dat door deze gedetailleerde beeldvorming weefseldiagnosen worden geopperd, die niet histologisch worden geverifieerd. Indien een maligne glioom wordt vermoed, wat dus nog niet zeker is, kan dit aanleiding zijn tot onterecht therapeutisch nihilisme. Gelukkig leidt de computertomografie tot een ruimere toepassing van stereotactische methoden, die routinematig en met slechts weinig gevaren in alle neurochirurgische centra kunnen worden toegepast.1

Zolang alle cerebrale haardvormige processen waarvan de aard nog niet volledig vaststaat, histologisch worden geverifieerd, zullen de effectief behandelbare aandoeningen, waaronder dus ook de tuberculomen, steeds aan het licht komen.

P.H.M.H. Theunissen
G. Blaauw
S.Z. Stefanko
Literatuur
  1. Blaauw G, Braakman R. Pitfalls in diagnostic stereotactic brain surgery. Acta Neurochir (Wien) (suppl 42) 1988: 161-5.