Interstitiële pneumonitis als bijwerking van rituximab

Klinische praktijk
J.L. (Hans) Kemming
Roel E.P. van Zeeland
Eric F. Ullmann
E.J.M. (Vera) Mattijssen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A526
Abstract

Samenvatting

Een 42-jarige man met grootcellig B-cel-non-hodgkinlymfoom wordt opgenomen na de 8e en laatste chemotherapiekuur, bestaande uit rituximab, cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine en prednison (R-CHOP). Hij had hoge koorts, een niet-productieve hoest en dyspneu, en de thoraxfoto liet een interstitieel longbeeld zien. Bij uitgebreid microbiologisch onderzoek werden infecties, ook opportunistische, uitgesloten. Bij positronemissietomografie (PET) waren de eerdere lymfoomlokalisaties negatief, maar de PET-scan toonde wel een verhoogde opname van fluorodeoxyglucose in beide longen. De longfunctie was restrictief gestoord, met een verlaagde diffusiecapaciteit. Literatuuronderzoek wees uit dat het beeld paste bij een door rituximab geïnduceerde interstitiële pneumonitis. Behandeling met prednison 40 mg/dag resulteerde in een snel en compleet herstel. Artsen die rituximab toepassen, moeten zich goed bewust zijn van dit beeld, dat blijkens recente literatuur optreedt bij 9-14% van de patiënten, en waarbij het beloop kan variëren van mild tot fataal. Naast het staken van de rituximab is vaak behandeling met corticosteroïden aangewezen.

Auteursinformatie

Ziekenhuis Rijnstate, afd. Interne Geneeskunde, Arnhem.

Drs. J.L. Kemming, arts in opleiding tot longarts; dr. E.J.M. Mattijssen, internist.

Afd. Longziekten: drs. R.E.P. van Zeeland, arts in opleiding tot longarts; drs. E.F. Ullmann, longarts.

Contact drs. J.L. Kemming (hkemming@alysis.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 22 mei 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties