De sterfte onder oudere patiënten met atriumfibrilleren daalt door de zorg voor deze patiënten integraal vanuit de huisartspraktijk te leveren, zo luidde de conclusie van een Nederlandse studie. Daarmee lijkt de meerwaarde van een generalistische aanpak duidelijk aangetoond. Wellicht geldt deze meerwaarde voor veel meer patiënten dan alleen patiënten met atriumfibrilleren.
De organisatiestructuur bepaalt voor een groot deel de kwaliteit van de chronische zorg, en in Nederland is er veel expertise op dat vlak. Zo is er ook toenemend ervaring met integrale zorg voor patiënten met atriumfibrilleren (AF). Tijdens het afgelopen congres van de European Society of Cardiology werden de resultaten van 2 Nederlandse studies over dit thema gepresenteerd in de ‘late breaking’-sessies. In de ene studie, de RACE 4-studie, werd de behandeling uitgevoerd door gespecialiseerde verpleegkundigen in het ziekenhuis, aan de hand van een beslismodel en in nauwe samenspraak met de cardioloog.1 Vergeleken met reguliere zorg had deze behandeling alléén een meerwaarde in centra waar al langere tijd ervaring was met dergelijke aanvullende zorg. In de andere studie, de ALL-IN-studie, werd integrale zorg voor patiënten met AF in de huisartspraktijk georganiseerd.2 De resultaten van de laatstgenoemde studie waren meer uitgesproken en staan elders in het NTvG beschreven.
Reacties