Samenvatting
Doel
De effectiviteit en de veiligheid onderzoeken van een combinatiebehandeling met heparine en cumarine en van een cumarine-monotherapie bij patiënten met proximale diepveneuze trombose.
Opzet
Gerandomiseerd dubbelblind onderzoek.
Plaats
Academisch Medisch Centrum en Slotervaart Ziekenhuis, Amsterdam.
Patiënten en methode
Aan 120 opeenvolgende patiënten met flebografisch bevestigde proximale diep-veneuze trombose werd een initieel heparine- of placebo-infuus gegeven, gecombineerd met acenocoumarol-behandeling die gedurende 3 maanden werd voortgezet. Primaire eindpunten waren: een bewezen symptomatische trombose-uitbreiding of een recidief van veneuze trombo-embolie gedurende 6 maanden. Met herhaalde flebografie en met ventilatie-perfusiescintigrafie werd asymptomatische uitbreiding van trombose en van longembolie vastgelegd. Bloedingscomplicaties werden gedurende 3 maanden vastgesteld.
Resultaten
Het onderzoek werd voortijdig gestopt door de ‘data safety en monitoring committee’ vanwege zeer frequente symptomatische uitbreiding van trombose in de acenocoumarol-monotherapiegroep: bij 12 van de 60 patiënten (20) tegen 4 van de 60 (6,7) in de combinatietherapiegroep (p = 0,058). Asymptomatische uitbreiding van de veneuze trombose werd aangetoond bij respectievelijk 39,6 en 8,2 van de patiënten (p < 0,001). In beide groepen kwamen even weinig ernstige bloedingen voor.
Conclusie
Patiënten met proximale diep-veneuze trombose dienen bij de initiële behandeling volledig gehepariniseerd te worden. Gelijktijdige toediening van orale anticoagulantia gaat niet gepaard met meer bloedingen.
Reacties