Het gebruik van inhalatiecorticosteroïden (ICS) is een van de meest controversiële onderwerpen binnen de farmacotherapie van patiënten met een chronische obstructieve longaandoening (COPD). Mogelijke positieve effecten moeten worden afgezet tegen de eventuele schadelijke bijwerkingen van deze medicatie. Het pathofysiologische mechanisme waardoor ICS bij COPD zouden kunnen bijdragen aan een klinische verbetering, is ook nog niet duidelijk.1 Toch wordt 40-50 van de COPD-patiënten met ICS behandeld.2 De effecten van ICS, al of niet in combinatie met langwerkende ?2-mimetica (LABA), zijn recent beschreven en in een richtlijn verwerkt (www.cbo.nl).
Kort samengevat gaven ICS een vermindering van de exacerbatiefrequentie, een verbetering van de kwaliteit van leven, maar ze hadden geen invloed op de achteruitgang van de longfunctie. Het overlijdensrisico in een retrospectieve cohortstudie bij 22.620 COPD-patiënten was marginaal kleiner in de met ICS behandelde groep dan in de placebogroep.3
Het gebruik van combinatiepreparaten van ICS met LABA liet…
Reacties