De gebruikelijke gang van zaken bij een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek is dat men eerst aan de potentiële deelnemers geïnformeerde toestemming (‘informed consent’) vraagt alvorens tot randomisatie over te gaan. Wanneer men eerst de randomisatie uitvoert en daarna om toestemming vraagt, wordt gesproken van prerandomisatie.
Over prerandomisatie wordt verschillend gedacht. Begin vorig jaar werd onder auspiciën van de Gezondheidsraad een workshop gehouden over informed consent en prerandomisatie in wetenschappelijk onderzoek.1 In dit artikel bespreek ik de verschillende standpunten die daarin naar voren werden gebracht en doe ik een suggestie voor een mogelijke oplossing.
Op 1 december 1999 is de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met Mensen (WMO) volledig in werking getreden. Deze wet geldt voor medisch-wetenschappelijk onderzoek waarbij personen bepaalde gedragswijzen wordt opgelegd of worden onderworpen aan bepaalde handelingen. Artikel 6 van de WMO bevat een verbod op het verrichten van gerandomiseerd onderzoek zonder schriftelijk informed consent van de proefpersoon of diens…
Reacties