Incidentieverschillen van (gewelddadige) ingrijpende gebeurtenissen in landelijke registratiesystemen, enquêtes in de bevolking en onderzoek onder huisartsen; een literatuuroverzicht

Onderzoek
S.S.L. Mol
G.J. Dinant
J.F.M. Metsemakers
J.A. Knottnerus
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1308-14
Abstract

Samenvatting

Doel

Het vergelijken van (cumulatieve) incidenties van ingrijpende gebeurtenissen in Nederland, zoals weergegeven in landelijke en huisartsgeneeskundige registratiesystemen en onderzoeken.

Opzet

Literatuuronderzoek.

Methode

Literatuurzoekacties naar artikelen over het vóórkomen van ongevallen, beroving, plotse dood, lichamelijke mishandeling en seksueel misbruik in elektronische bestanden en relevante catalogi van 1986-1998, waarna via referenties werd teruggezocht tot 1984.

Resultaten

Er waren aanzienlijke verschillen tussen gegevens uit de verschillende onderzoeken, zoals landelijke registratiesystemen (n = 4), enquêtes in open populaties (n = 10) en onderzoek onder huisartsen (n = 4). De incidentie (per 1000 personen per jaar) van mishandeling was in een enquête in de open populatie 66, in politieregistraties 2,7 en in huisartsenregistraties 1-3. Van seksueel misbruik bij volwassenen waren de incidenties respectievelijk 21, 0,025 en 0,2-2,9. In de onderzoeken waren verschillende definities en methoden gebruikt.

Conclusie

De huisarts is bij een klein deel van diens patiënten op de hoogte van ingrijpende ervaringen.

Auteursinformatie

Universiteit Maastricht, vakgroep Huisartsgeneeskunde en Instituut ExTra, Postbus 616, 6200 MD Maastricht.

Mw.S.S.L.Mol, prof.dr.G.J.Dinant, dr.J.F.M.Metsemakers en prof.dr.J.A. Knottnerus, huisartsen.

Contact mw.S.S.L.Mol

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties