Samenvatting
Doel
Bepalen van de incidentie van voetulcera en van amputaties bij patiënten met diabetes mellitus (DM) type 2 in de huisartspraktijk.
Opzet
Cohortonderzoek.
Methode
Gegevens werden gebruikt uit het prospectieve ‘Nijmegen monitoring project’ in 1993-1998, in 10 huisartspraktijken (26 huisartsen, 45.500 patiënten). Retrospectief werden vanuit de dossiers de gegevens aangevuld over de diabetespatiënten met een voetprobleem en de diabetespatiënten die waren overleden, waren verhuisd of onder specialistische behandeling waren. De incidentie werd bepaald van voetulcera en van amputaties.
Resultaten
De studiepopulatie van DM-type-2-patiënten nam toe van 511 patiëntjaren in 1993 tot 665 in 1998. De jaarlijkse incidentie van voetulcera was 1,2-3,0 (gemiddeld: 2,1); 25 van de patiënten kreeg één of meer recidieven. De jaarlijkse incidentie van amputaties was 0,5-0,8 (gemiddeld: 0,6). Bij 12 van de 15 (80) van de patiënten met een amputatie was een voetulcus met infectie en necrose daaraan voorafgegaan. Van de 15 patiënten met een amputatie overleden er 10. Van de 52 patiënten met een voetulcus kregen er 10 een amputatie en hadden er 2 een amputatie in de voorgeschiedenis. Patiënten met voetproblemen waren ouder dan patiënten zonder voetproblemen, hadden meer cardiovasculaire morbiditeit, retinopathie en afwezige perifere pulsaties.
Conclusie
De jaarlijkse incidentie van voetulcera en amputaties bij DM-type-2-patiënten bedroeg enkele procenten. Voetulcera recidiveerden bij een kwart van de patiënten en waren een risicofactor voor amputatie; amputatie ging gepaard met een hoge sterfte.
Reacties