Samenvatting
Doel
Vergelijken van de incidentie van psychotische stoornissen bij autochtonen en de grootste allochtone groepen in Den Haag.
Opzet
Prospectief.
Methode
In de periode 1 april 1997-31 maart 1999 werd getracht alle inwoners van Den Haag die voor het eerst in hun leven in contact kwamen met een arts wegens een non-organische psychotische stoornis te onderzoeken. Daartoe waren alle huisartsen, sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen en psychiaters (in opleiding) in Den Haag gevraagd deze patiënten te melden bij de onderzoekers. Op basis van gegevens van een diagnostisch interview stelden 2 psychiaters, geblindeerd voor de etniciteit van de patiënt, een DSM-IV-diagnose.
Resultaten
Er hadden 181 inwoners een eerste contact wegens een psychotische stoornis: 126 mannen met een gemiddelde leeftijd van 28,3 jaar (SD: 9,2) en 55 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 32,0 jaar (SD: 9,5). Het relatieve risico voor schizofrenie, schizofreniforme stoornis of schizoaffectieve stoornis was verhoogd voor personen geboren in Marokko (4,5; 95-BI: 2,4-8,5; voor leeftijd en geslacht gecorrigeerd), Suriname (3,2; 1,8-5,7), Nederlandse Antillen (2,9; 0,9-9,5) of een ander niet-westers land (2,4; 1,3-4,7). Het risico was ook verhoogd voor Marokkanen (8,0; 2,6-24,5) en Surinamers (5,5; 2,5-11,9) van de tweede generatie. De risico's voor personen uit Turkije (eerste of tweede generatie) en voor migranten uit westerse landen waren niet verhoogd.
Conclusie
De incidentie van schizofrenie was verhoogd bij meerdere, maar niet bij alle allochtone groepen.
Reacties