Samenvatting
Doel
Onderzoeken of het verhoogde risico op psychotische stoornissen voor immigranten beïnvloed wordt door het percentage mensen van de eigen etnische groep in de woonwijk.
Opzet
Beschrijvend onderzoek.
Methode
Alle bewoners van Den Haag (leeftijd 15-54 jaar) met een Nederlandse, Marokkaanse, Surinaamse of Turkse etniciteit, die tussen 1997 en 2005 voor het eerst contact hadden met een arts voor een mogelijke psychotische stoornis, werden met semigestructureerde interviews onderzocht, waarna een DSM-IV-diagnose werd vastgesteld. Voor ieder individu werd de etnische dichtheid berekend als het percentage mensen van de eigen etnische groep in de woonwijk. In een multilevel-Poisson-regressiemodel werd het effect van etnische dichtheid op de incidentie van psychotische stoornissen onderzocht door incidentie-‘rate’-ratios (IRR) te berekenen per etnische groep, met autochtonen als referentiegroep. Deze berekening werd ook uitgevoerd voor wijken met een hoge en met een lage etnische dichtheid afzonderlijk.
Resultaten
226 autochtonen en 240 eerste- en tweede-generatie immigranten kregen voor het eerst een psychotische stoornis. Vergeleken met autochtonen was de IRR voor immigranten 2,36 (95%-BI: 1,89-2,95) in wijken met een lage etnische dichtheid en 1,25 (95%-BI: 0,66-2,37) in wijken met een hoge etnische dichtheid. Er was een sterke interactie tussen individuele etniciteit en etnische dichtheid van de wijk als voorspellers van de incidentie van psychotische stoornissen (gecorrigeerde χ2 = 15,04; df = 1; p = 0,0001).
Conclusie
De incidentie van psychotische stoornissen was het meest verhoogd bij immigranten die wonen in wijken met relatief weinig anderen van hun eigen etnische groep.
Reacties