Samenvatting
Doel
Onderzoeken van de frequentie van onder andere hypoxemie, bradycardie en nabloedingen bij niet-geïntubeerde patiënten die een adenotonsillectomie volgens Sluder ondergingen in zittende óf liggende houding.
Opzet
Exploratief onderzoek.
Methode
Op basis van operatie- en anesthesieverslagen verzamelden wij gegevens van patiënten die in de periode 1 januari 2012-30 april 2018 zonder intubatie een adenotonsillectomie volgens de guillotinetechniek van Sluder ondergingen in het Isala Diaconessenhuis in Meppel. Afhankelijk van de voorkeur van de operateur en in samenspraak met de anesthesioloog, werd de operatie uitgevoerd met de patiënt in zittende of liggende houding. De primaire uitkomstmaat was hypoxemie, gedefinieerd als S pO2< 85% gedurende ≥ 60 s. Secundaire uitkomstmaten waren onder andere bradycardie en nabloedingen.
Resultaten
In totaal ondergingen 723 patiënten (46% vrouw, gemiddelde leeftijd 4,5 jaar) een adenotonsillectomie, van wie 193 (27%) zittend en 530 (73%) liggend. Hypoxemie trad op bij 13 patiënten (7%) die zittend geopereerd werden en bij 13 van de patiënten (2%) die liggend geopereerd werden (p = 0,011). Er traden geen perioperatieve complicaties op als gevolg van hypoxemie. De frequentie van bradycardie verschilde niet tussen beide groepen (4 vs. 2%; p = 0,442). Geen van de patiënten ontwikkelde zowel hypoxemie als bradycardie. Bij 8 patiënten (1%) was een re-interventie noodzakelijk vanwege een nabloeding.
Conclusie
Patiënten die in zittende houding zonder intubatie een adenotonsillectomie volgens de guillotinetechniek van Sluder ondergaan, ontwikkelen vaker hypoxemie dan patiënten die in liggende houding geopereerd worden. Om tot een aanbeveling te komen is gerandomiseerd onderzoek wenselijk.
Reacties