Hypochondrie

Klinische praktijk
C.A. van Boeijen
D.B. Oosterbaan
A.J.L.M. van Balkom
T.G.J. de Meij
R. van Dyck
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:1849-51
Abstract

Dames en Heren,

De huisarts en de medisch specialist worden frequent geconfronteerd met patiënten met onverklaarde lichamelijke klachten. Bij een substantieel aantal van deze patiënten is er sprake van hypochondrie. Patiënten met hypochondrie vrezen een niet nader gediagnosticeerde ziekte onder de leden te hebben. Zij vragen hun arts herhaaldelijk om verder onderzoek. De medische consumptie van deze patiënten is hierdoor gemiddeld 2,5 maal zo hoog als die van patiënten zonder hypochondrie.1 In de eerste lijn is een gericht beleid voor hypochondrie zinvol; het kan patiënten helpen beter om te gaan met hun klachten en overbodige diagnostiek wordt tegengegaan, waardoor eventuele iatrogene schade voorkomen wordt en medische kosten beperkt blijven. Aan de hand van de volgende ziektegeschiedenis bespreken wij de diagnostiek, behandeling en prognose van hypochondrie.

Patiënt A, een 33-jarige vrouw, is vanaf haar 15e jaar snel bezorgd ernstige ziekten onder de leden te hebben. De laatste 10 jaar is…

Auteursinformatie

Vrije Universiteit, vakgroep Psychiatrie en Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek, Psychiatrisch Centrum Amsterdam Zuid-Nieuw West, Angstpolikliniek, Valeriusplein 9, 1075 BG Amsterdam.

Mw.C.A.van Boeijen en mw.D.B.Oosterbaan, assistent-geneeskundigen; dr.A.J.L.M.van Balkom en prof.dr.R.van Dyck, psychiaters; T.G.J. de Meij, co-assistent.

Contact mw.C.A.van Boeijen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties