Samenvatting
Hongerstakingen roepen naast maatschappelijke en medische, ook ethische en juridische vragen op. Wereldwijd zijn de verklaringen die door de World Medical Association werden aanvaard in 1975 (Verklaring van Tokyo) en 1991 (Verklaring van Malta) de bekendste en gezaghebbendste bron. Uitgangspunt daarin is respect voor de beslissing tot voedselweigering. Uit het overzicht van internationale en nationale normen blijkt dat in Nederland met minder terughoudendheid voor het respecteren van voedselweigering (en tegen dwangvoeding) wordt gekozen dan in internationaal verband het geval is. Voorwaarde is dan wel dat sprake is van een weloverwogen en geïnformeerde keuze van betrokkene, die vrij is van onaanvaardbare groepsdruk. Dit uitgangspunt verlost de arts die begeleiding op zich neemt overigens geenszins van dilemma's; die zullen zich vooral voordoen als een hongerstaking langer duurt. Met het oog op tijdens de hongerstaking te verwachten ontstaan van oordeelsonbekwaamheid is het verstandig dat de wensen van de staker en het beleid dat de arts zal volgen, worden vastgelegd. Zeker bij een hongerstaking kunnen rechtsregels psychologisch inzicht, beroepsethiek en geweten niet volledig vervangen.
Reacties