Samenvatting
Door toename van de zorgvraag en afname van de beroepsbevolking neemt de druk op de huisartsenzorg toe. Een digitale transformatie kan de kernwaarden van het huisartsenvak – ‘continu’, ‘persoonsgericht’, ‘medisch-generalistisch’ en ‘gezamenlijk’ – versterken. Van betere gegevensuitwisseling en slimme expertsystemen profiteren zowel huisartsen, patiënten als praktijkassistenten. Online zorg, zoals een videoconsult, zorgt voor flexibiliteit en continuïteit. Patiënten ervaren, ook buiten het contact op de praktijk, meer continuïteit en persoonsgerichte zorg door online inzage in hun dossier en door betrouwbare online-informatiebronnen te raadplegen. Een digitale samenwerking, bijvoorbeeld met medisch specialisten, versterkt de centrale positie van huisartsen. Verder leveren diensten als eAfspraak en eHerhaalrecept tijdswinst op voor praktijkassistenten. Een digitale transformatie biedt volop oplossingen, maar kan alleen slagen met een hoog gebruiksgemak, meer kennis en vaardigheden bij patiënten en zorgverleners en een gezamenlijke organisatie. Wetenschappelijk onderzoek naar het effect op de kwaliteit en effectiviteit van zorg moet een rol spelen bij keuzes voor gebruik.
Graag wetenschappelijk bewijs
Graag wetenschappelijk bewijs!
De op een na laatste zin van dit interessante artikel is misschien wel de belangrijkste. Wetenschappelijk onderzoek, zal mede de koers moeten bepalen van de digitale transformatie in de huisartsenzorg. Dat wil zeggen: durven ophouden met toepassingen die niet werken of die geen patiënt-gerelateerde of kosteneffectieve meerwaarde hebben bij non-inferioriteit. En, alleen die toepassingen handhaven (want meestal zijn ze al lang ingevoerd voordat werkzaamheid bewezen is) waarmee op de eerste plaats de patiënt en/of maatschappij werkelijk wat opschieten. Er zijn meerdere voorbeelden te noemen waaruit blijkt dat veelbelovende innovatieve technologie niet bracht wat men ervan verwachtte of die op zijn minst ter discussie staan.1,2,3 Dat andere (commerciële) partijen overigens ‘wat opschieten’ bij grootschalige invoering van wel of niet bewezen nuttige digitale innovatie staat niet ter discussie.
Dus, bij ook bij deze transformatie graag maximaal inzetten op bewijs uit wetenschappelijk onderzoek, bij voorkeur prospectief en op zijn minst gerandomiseerd.