Fotochemotherapie, de combinatie van langgolvig ultraviolet licht (UVA) (315-380 nm) en oraal gebruik van psoralenen, of PUVA-therapie, behoort tot één van de behandelwijzen bij psoriasis. De fotochemische reacties bij de PUVA-therapie berusten op een binding van psoralenen aan het DNA van de basale cellen in de epidermis, waardoor de toegenomen celdelingsactiviteit van de epidermiscellen wordt geremd. Sedert de introductie van de PUVA-therapie in 1974 door Parrish et al. zijn verschillende publikaties verschenen over de (mogelijke) nadelige lange-termijneffecten.1-13 Op basis van in vitro- en dierstudies was reeds bekend dat gebruik van psoralenen en UVA mutagene en carcinogene effecten kan hebben.9 Potentiële, klinisch waarneembare neveneffecten op lange termijn bij de mens zijn vooral actinische beschadiging van de huid (uitdroging, rimpelvorming, keratosen en pigmentvlekken) en huidcarcinomen. Het ontstaan van epidermale, niet-gepigmenteerde huidcarcinomen in relatie tot voorafgaande PUVA-therapie is de laatste jaren onderwerp geweest van verschillende Amerikaanse en Europese publikaties.
Stern et…
Reacties