HPV-test verbetert follow-up na behandeling cervicaal intra-epitheliaal neoplasma*

Onderzoek
Aagje G. Bais
Theo J.M. Helmerhorst
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A482
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen of de test op hoogrisico Humaan papillomavirus (hrHPV) in aanvulling op het uitstrijkje leidt tot een betere diagnostiek van residu of recidief cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN) bij vrouwen die onder controle zijn na behandeling van hooggradige CIN (CIN2/3).

Opzet

Gerandomiseerd klinisch onderzoek (het Nederlandse Cochrane Centrum, registratienummer ISRCTN31244687).

Methode

210 vrouwen behandeld wegens hooggradige CIN werden gerandomiseerd verdeeld over 2 groepen, A en B. Bij groep A werd 6, 12, en 24 maanden na de behandeling een uitstrijkje gemaakt ter controle op residu of recidief CIN. Bij groep B werd tevens een hrHPV-test afgenomen. Als het uitstrijkje afwijkend was (groep A) of als het uitstrijkje afwijkend was én de hrHPV-test positief was (groep B) werd colposcopisch onderzoek verricht.

Resultaten

De specificiteit van alleen uitstrijkjes voor de detectie van residu of recidief CIN was lager dan die van een uitstrijkje én een hrHPV test (80% versus 91%; relatief risico: 0,87; 95%-BI 0,77-0,99). De sensitiviteit verschilde niet tussen beide groepen. Als de uitslagen van het uitstrijkje en de hrHPV-test bij de controle na 6 maanden niet afwijkend waren, kon het controlebezoek op 12 maanden worden overgeslagen (specificiteit: 95%). Bij deze variant van het follow-upbeleid wordt per behandelde vrouw €59 bespaard op onnodige diagnostiek.

Conclusie

De combinatie van het uitstrijkje met een hrHPV test kan de follow-up na behandeling van hooggradige CIN verbeteren. Vrouwen met een laag risico kunnen volstaan met controle op 6 en 24 maanden na behandeling. Dit leidt tot reductie van kosten.

Auteursinformatie

*Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in het Int J Cancer (2009;124:889-95) met als titel ‘Posttreatment CIN: Randomised clinical trial using hrHPV testing for prediction of residual/recurrent disease’.

Erasmus MC, afd. Verloskunde en Vrouwenziekten, Rotterdam.

Dr. A.G. Bais, aios gynaecologie; prof.dr. T.J.M. Helmerhorst, gynaecoloog.

Contact prof.dr. T.J.M. Helmerhorst (t.helmerhorst@erasmusmc.nl)

Verantwoording

Dr. Marinus J.C. Eijkemans, statisticus (afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC Rotterdam; thans: Universitair Medisch Centrum Utrecht) gaf commentaar op het artikel.
Belangenconflict: geen. Financiële ondersteuning: dit onderzoek werd gefinancierd door het interne subsidieprogramma Doelmatigheidsonderzoek van het Erasmus MC (subsidie nummer: 2003-7149).
Aanvaard op 30 juli 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties