Dames en Heren,
Tijdens een bezoek aan de kinderarts verzuchten ouders vaak: ‘Het is toch niet normaal dat mijn kind …?’. Op de stippellijn kunnen allerlei uitingen van normale variaties worden ingevuld binnen het spectrum van kindereigenaardigheden (huilen, niet slapen, vaak verkouden zijn) of van psychosomatische klachten (buik- of hoofdpijn, moeheid). Slechts zelden is er sprake van lichamelijke oorzaak. Aan de hand van een patiëntbeschrijving van een huilbaby wil ik het risico op medicalisering bij deze veelvoorkomende problematiek schetsen.
Patiënt, een mannelijke zuigeling van 6 weken, werd door de huisarts met spoed naar de kinderarts verwezen in verband met onrust, spugen en ontroostbaar huilen. Patiëntje is het eerste kind van gezonde ouders. Hij is aterm geboren na een ongestoorde zwangerschap en partus met een geboortegewicht van 3650 g. De onrust is begonnen aan het einde van de eerste levensweek met kleine hoeveelheden spugen en toenemend huilen. Op advies van de lactatiekundige die was ingeschakeld omdat werd getwijfeld of de inname van borstvoeding voldoende was, is het tongriempje gekliefd. Moeder is een week later gestopt met borstvoeding, omdat het klieven van het tongriempje geen effect leek te hebben op het huilen. Inmiddels hebben ouders verschillende soorten zuigelingenvoeding geprobeerd, waaronder ingedikte voeding met johannesbroodpitmeel op aanraden van de consultatiebureau-arts en sinds een week een hydrolysaat op advies van de huisarts. Moeder vertelt dat ze hem niet goed weg kan leggen, omdat…
Reacties