Samenvatting
Doel
Evalueren van de strategie om excessief huilende zuigelingen op te nemen, nadat verbetering was uitgebleven met maatregelen in de eerste lijn.
Opzet
Retrospectief.
Methode
Met statusonderzoek werden gegevens verzameld van alle zuigelingen die vanwege excessief huilen waren opgenomen op de kinderafdeling van de Isala klinieken in Zwolle in de periode 1997/’03. Hierbij werd excessief huilen gedefinieerd als ‘huilen dat door ouders als excessief werd beschouwd’, waarbij niet voldaan hoefde te worden aan strikte tijdscriteria.
Resultaten
In de onderzoeksperiode van 6,5 jaar waren 88 kinderen wegens excessief huilen opgenomen: 51 jongens en 37 meisjes, met een gemiddelde leeftijd van 10 weken (uitersten: 0,5-40). Vóór verwijzing waren zonder succes toegepast: hypoallergene voeding (n = 51; 58), alternatieve geneeswijzen (n = 18; 20) en behandeling met antacida (n = 9; 10). Bij 3 patiënten (3) was een mogelijke oorzaak voor het vele huilen gevonden, en een verbetering na behandeling hiervan: koemelkallergie (n = 2) en recidiverende luchtweginfecties bij een humorale immuundeficiëntie (n = 1). Bij 8 patiënten waren er klinische aanwijzingen voor een onderliggende medische oorzaak, maar deze was bevestigd noch uitgesloten. Bij 77 patiënten (88) normaliseerde het huilpatroon binnen enkele dagen zonder specifieke interventie. Hypoallergene voeding was bij de meeste kinderen zonder problemen vervangen door reguliere koemelkhoudende zuigelingenvoeding. Heropname vanwege recidief van excessief huilen na ontslag trad op bij 10 patiënten (11).
Conclusie
Bij de meeste zuigelingen die waren opgenomen in verband met excessief huilen was er geen onderliggende oorzaak gevonden en normaliseerde het huilpatroon binnen enkele dagen zonder specifieke interventie. Op grond hiervan adviseren wij om bij excessief huilende baby’s te volstaan met klinische observatie gedurende enkele dagen. In eerste instantie is er geen indicatie voor aanvullend onderzoek of medische interventies. Wel is het van belang aandacht te besteden aan verdriet en spanning bij de ouders en de relatie die dit kan hebben met het huilgedrag van het kind.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:472-7
Reacties