Samenvatting
Vanaf begin jaren tachtig is de artroscopie een belangrijk onderdeel van de orthopedie geworden. Er is bijna geen gewricht dat niet met behulp van een scoop kan worden bekeken. Naast de mogelijkheden voor de diagnostiek is er ook een toenemend aantal chirurgische ingrepen die ondersteund kunnen worden met de artroscoop.
Artroscopie kan therapeutisch worden toegepast in de knie voor aandoeningen als een meniscuslaesie, hardnekkige synovitis, een kruisbandlaesie, een tibiaplateaufractuur, een osteochondraal defect; in de schouder voor laesies van het labrum glenoidale of de rotatorencuff; in de enkel en de voet voor osteochondrale fracturen en het uitvoeren van een artrodese; in de pols voor de behandeling van instabiliteit, intra-articulaire distale radiusfracturen en het carpale-tunnelsyndroom; in de heup voor het verwijderen van corpora libera en in de wervelkolom voor het verrichten van een discectomie.
Voordelen boven conventionele open ingrepen zijn een lager percentage complicaties (< 2), een korter verblijf in het ziekenhuis en een snellere revalidatie. De indicatiegebieden staan omschreven in richtlijnen die zijn opgesteld door de beroepsgroep zelf; deze worden door de meeste orthopedisch chirurgen nageleefd.
Een toekomstige mogelijkheid is het gebruik van laser bij gewrichtsingrepen.
Reacties