Samenvatting
Doel
Beschrijven van de vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in Nederland voor verslagjaren 2006-2008.
Opzet
Beschrijvend, retrospectief.
Methode
De vaccinatiegraad werd per vaccinatie en geboortecohort bepaald op basis van registratiegegevens uit ‘Præventis’. Met dit nieuwe systeem worden vaccinaties nauwkeuriger aan de RVP-richtlijnen getoetst. Daarnaast werd op individueel niveau bepaald of de gewenste vaccinatietoestand werd bereikt voor een bepaalde streefleeftijd (1, 2, 5 of 10 jaar).
Resultaten
In het laatste verslagjaar voldeden alle landelijke vaccinatiepercentages aan de WHO-normen. Voor zuigelingen liep de vaccinatiegraad in dat jaar uiteen van 94,5% voor difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP) tot 96,0% voor bof, mazelen en rubella (BMR). Bij kleuters en schoolgaande kinderen was de vaccinatiegraad voor elk van de vaccinaties ruim 90%. In 5 van de 12 provincies en 128 van de 443 gemeenten lagen één of meerdere vaccinatiepercentages onder de norm van 90%. De vaccinatiegraad voor de tweede BMR-vaccinatie en voor hepatitis B-vaccinatie van kinderen van wie één of beide ouders zijn geboren in een land waar hepatitis B meer dan gemiddeld voorkomt (92,5 respectievelijk 90,7%), was relatief laag.
Conclusie
De vaccinatiegraad in Nederland is hoog. Extra aandacht is nodig voor de vaccinatiegraad voor kleuters en schoolkinderen in het algemeen. In het bijzonder geldt dat voor de tweede BMR-vaccinatie en voor vaccinatie van kinderen van wie één of beide ouders zijn geboren in een land waar hepatitis B meer dan gemiddeld voorkomt.
Reacties