Van tijd tot tijd worden we opgeschrikt door verhalen over vergiftiging door paddenstoelen, planten of dieren, soms met dodelijke afloop. Die staan niet alleen in de krant, maar ook in het NTvG. Denk bijvoorbeeld aan vergissingen met giftige paddenstoelen of planten, of ernstige reacties op bijen -en wespensteken. Dat roept de vraag op hoe gevaarlijk de Nederlandse natuur is. Wat kunnen we zeggen over het risico op vergiftiging door wilde planten, paddenstoelen of dieren?
Moeder Natuur lijkt ons op steeds meer manieren te belagen, met uitbraken van blauwalg in zwemwater, blaren door de reuzenberenklauw, brandharen van de eikenprocessierups, teken die akelige virusziekten overbrengen, hinderlijk bijtende draaigatjes – een exotische mierensoort – en een invasie van Aziatische hoornaars, om een paar voorbeelden te noemen. De boodschap van een essay in de Volkskrant over gevaar in de Nederlandse natuur: een beetje op je hoede zijn in de natuur is nog niet zo gek.1 Is die natuur dan echt gevaarlijk?
Het NTvG publiceert deze week twee artikelen over patiënten die overleden nadat zij in aanraking waren gekomen met gifstoffen uit de natuur. In het ene artikel gaat het om het eten van een giftige paddenstoel, in het andere artikel om wespensteken. Dat is de aanleiding om ook in dit tijdschrift nog eens in te gaan op de vraag hoe gevaarlijk de Nederlandse natuur is. ‘Natuur’ is…
Reacties