HIV-prevalentie onder Surinaamse en Antilliaanse druggebruikers in Amsterdam

Onderzoek
J.S.A. Fennema
J.A.R. van den Hoek
J.G. Huisman
R.A. Coutinho
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:2209-13
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen van de HIV-prevalentie en de frequentie van injecteren van drugs bij Surinaamse en Antilliaanse druggebruikers in Amsterdam.

Opzet

Inventariserend onderzoek.

Plaats

Amsterdamse straten.

Methode

In 1992 werden deelnemers aan het onderzoek op straat in Amsterdam geworven. Bloed of speeksel werd afgenomen voor het testen op anti-HIV-antistoffen. Gevraagd werd naar socio-demografische kenmerken, duur en wijze van gebruik van drugs, naar seksuele contacten en condoomgebruik, doorgemaakte seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en naar resultaten van eerdere HIV-tests.

Resultaten

De meesten (93) van de 198 deelnemende druggebruikers waren mannen; de gemiddelde leeftijd was 38 jaar. Deelnemers verbleven gemiddeld 19 jaar in Nederland en gebruikten 14 jaar drugs; 15 zei ooit drugs te hebben geïnjecteerd. Injecterende druggebruikers (ID) hadden vaker een vaste seksuele partner die ook drugs gebruikte of injecteerde. Door 23 werd seksueel contact gemeld met een ID-partner. De HIV-prevalentie was onder ID 17 (529; 95-betrouwbaarheidsinterval (BI): 7,4-35); onder mannelijke heteroseksuele druggebruikers die nooit geïnjecteerd hadden (non-ID) 4,5 (7156; 95-BI: 2,1-9,1) en onder vrouwelijke non-ID 9,1 (111; 95-BI: 1,3-44). Seropositieve heteroseksuele non-ID rapporteerden meer heteroseksuele privé-partners in het laatste half jaar (respectievelijk 7,1 en 1,6), hadden vaker geelzucht doorgemaakt en vaker een transfusie met bloed(produkten) ontvangen dan seronegatieve heteroseksuele non-ID.

Conclusie

De HIV-prevalentie onder Surinaamse en Antilliaanse ID kwam overeen met eerdere bevindingen in Amsterdam, maar die onder heteroseksuele non-ID was hoog in vergelijking met de tot nu toe gevonden prevalenties onder heteroseksuelen in Amsterdam, hetgeen kan duiden op verspreiding van HIV door heteroseksueel contact. Besmetting door bloedtransfusie en onderrapportage van risicogedrag zijn echter niet uit te sluiten.

Auteursinformatie

GG&GD. sector Volksgezondheid en Milieu, Postbus 20.244, 1000 HE Amsterdam.

J.S.A.Fennema en mw. dr.J.A. R.van den Hoek, artsen-epidemiologen; prof.dr.R.A.Coutinho, medisch microbioloog.

Centraal Laboratorium voor de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis, Laboratorium voor Ontwikkelings Research, Amsterdam.

Dr.J.G.Huisman, moleculair bioloog.

Contact J.S.A.Fennema

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties