Genetische, celbiologische en immunologische mechanismen die ten grondslag liggen aan ziekten vertalen zich in morfologische veranderingen op cel- en weefselniveau die direct zichtbaar zijn. Het waarnemen en interpreteren van deze veranderingen vormt de basis van histopathologisch onderzoek. Vanuit historisch perspectief worden dergelijke veranderingen gezien als het ultieme bewijs voor de aan- of afwezigheid van ziekte. Histopathologische bevestiging is dan ook vaak vereist voordat een behandeling kan worden gegeven, vooral in de oncologische setting.
Histopathologisch onderzoek wordt veelal beschouwd als de gouden standaard waartegen andere testen moeten worden gewogen. Ook uit de wijze waarop in de literatuur over histopathologisch onderzoek wordt gerapporteerd, blijkt dat dit onderzoek als de gouden standaard wordt gezien. In casuïstische mededelingen wordt een ziektegeschiedenis vaak afgesloten met een enkele zinsnede ‘Histopathologisch onderzoek leverde de diagnose […].’1
Toch heeft er in de loop van de tijd een subtiele, maar belangrijke verschuiving plaatsgevonden in de rol en de…
Reacties