Abraham Albert Hijmans van den Bergh wordt in 1869 geboren te Rotterdam. De studie geneeskunde begint hij in Gent, omdat zijn vader in Antwerpen een nieuw zakenavontuur is begonnen.1 Vanaf 1890 studeert hij verder in Leiden. In 1896 promoveert hij daar op het onderwerp ‘De giftigheid der urine en de leer der auto-intoxicatie’.
Na een stage bij kinderklinieken in Praag en Breslau is Hijmans korte tijd huisarts in Rotterdam en wordt hij daarna geneesheer aan het gemeentelijke Coolsingelziekenhuis. Het laboratoriumonderzoek, waarmee hij al in Leiden bij Willem Nolen (1854-1939) heeft kennisgemaakt, wordt in die tijd vrijwel uitsluitend door de artsen zelf verricht.2 Dat is tijdrovend, maar de stap naar wetenschappelijk onderzoek wordt erdoor vergemakkelijkt. Hijmans publiceert in die tijd in het Tijdschrift naast talloze referaten ook oorspronkelijke artikelen, onder meer over verminderde chlooruitscheiding bij koortsende ziekten, over de waarde van vriespuntbepaling van bloed en urine als maat voor…
Reacties