Hidradenitis suppurativa

Klinische praktijk
S.P. Rasker
K. Welvaart
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:1484-7
Abstract

Samenvatting

Een 18-jarige adipeuze vrouw had al enkele jaren klachten van hidradenitis suppurativa van de oksels. Herhaaldelijke incisie en drainage hielpen steeds tijdelijk en patiënte raakte sociaal geïsoleerd. Hidradenitis suppurativa is een chronische etterige ontsteking van huidgebieden met apocriene klieren: de huid van de oksels, die van de borsten en die rondom de anus en in de liezen. De behandeling bestaat in eerste instantie uit algemene hygiënische maatregelen. Als medicatie worden onder andere antibiotica, antiandrogenen en oestrogenen gebruikt. Chirurgische therapie vindt plaats wanneer de aandoening in een gevorderd stadium verkeert, met cellulitis en abcesvorming; ruime excisie is nodig om de kans op recidivering te verkleinen. CO2-lasertherapie is een nieuwe behandelmethode die goede resultaten laat zien bij beginnende en gevorderde laesies.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Heelkunde, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Mw.S.P.Rasker, co-assistent; prof.dr.K.Welvaart, chirurg.

Contact prof.dr.K.Welvaart

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Leiden, oktober 1997,

Naar aanleiding van een opgenomen patiënte met hidradenitis heeft de toenmalige co-assistent Rasker zich in de literatuur verdiept op zoek naar de beste therapie. Min of meer toevallig heb ik haar bij dit onderzoek begeleid. Wij veronderstelden dat het resultaat van haar werk de moeite waard was om voor publicatie naar het Tijdschrift in te sturen.

In de eerste versie van het artikel was de CO2-lasertherapie slechts met enkele zinnen genoemd, maar op verzoek van de redactie hebben wij juist deze vorm van behandeling verder uitgediept. Ongewild is daar nu het accent op gevallen. Hoewel wij op geen enkele wijze hebben gesuggereerd dat wij deze, door dermatologen uit te voeren, behandeling op onze heelkundige afdeling toepassen, hebben enkele collegae, zonder (telefonisch) vooroverleg, hun uitbehandelde patiënt tevergeefs naar mijn spreekuur verwezen.

Wellicht had deze teleurstelling alle betrokkenen bespaard kunnen blijven indien wij expliciet hadden geschreven dat het artikel een literatuuronderzoek betrof. Of is het in de toekomst te verkiezen een artikel als het onze te plaatsen in een rubriek ‘Uit de literatuur’ in plaats van onder het kopje ‘Casuïstische mededelingen’?

K. Welvaart
De
Hoofdredactie

De hoofdredactie heeft begrip voor de verbazing van collega Schretlen. Zij is echter van mening dat het niet tot haar verantwoordelijkheid behoort om na te gaan of bepaalde behandelingsmethoden en technieken die in een artikel worden genoemd daadwerkelijk door de auteurs worden toegepast. Zij meent dat dit behoort tot de verantwoording van de auteurs. Deze dienen ook duidelijk te vermelden waar een dergelijk onderzoek, behandeling of ingreep wél wordt verricht, als zij zelf of hun afdeling daar niet de mogelijkheden toe bezitten.

De Hoofdredactie