Het ziektebeloop bij colitis ulcerosa

Onderzoek
R.M. Perenboom
M.C.M. Rijk
G.H.J.M. Rikken
J.H.M. van Tongeren
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:438-42
Abstract

Samenvatting

Een retrospectieve analyse werd verricht van de gegevens van 301 patiënten met idiopathische proctitiscolitis, die gemiddeld 10 (½-26) jaar waren gevolgd. Bij 84 patiënten (28) werd de diagnose in onze kliniek gesteld, bij de overige patiënten was dit reeds elders gebeurd. Op elk tijdstip na het vijfde ziektejaar bleek ongeveer 55 van de niet-geselecteerde patiënten en 30 van de verwezen patiënten zonder klachten te zijn. Bij 50 van de patiënten begon de ontsteking als een proctitis, die zich bij bijna 60 later uitbreidde tot een colitis. Bij 14 patiënten (5) ontstond een toxisch megacolon en bij 9 patiënten (3) ontwikkelde zich gemiddeld 13 jaar na de eerste klachten een coloncarcinoom. Negen patiënten overleden ten gevolge van de colitis. Vijftig patiënten (17) ondergingen een colonresectie, veruit de meesten wegens het mislukken van de conservatieve therapie.

Auteursinformatie

Sint-Radboudziekenhuis, Kliniek voor Inwendige Ziekten, afd. Maag-, Darm- en Leverziekten, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Mw.R.M.Perenboom en M.C.M.Rijk, internisten; G.H.J.M.Rikken; dr.J.H.M.van Tongeren, maag-darmarts.

Contact mw.R.M.Perenboom

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Arnhem, maart 1990,

Gaarne zou ik vanuit chirurgisch standpunt nog enige aanvulling willen geven op het artikel van Perenboom et al. (1990;438-42). Het artikel toont aan hoe grillig het ziektebeloop is. Gelukkig is na één jaar en ook na 5 jaar een aanzienlijke groep patiënten onder conservatieve behandeling zonder klachten. Toch heeft na het vijfde jaar nog 20-30% van de patiënten een continu actieve proctitis en (of) colitis. Aangezien 80% van de patiënten met een colitis ulcerosa jonger dan 40 jaar is, gaan vele vruchtbare jaren verloren tijdens de ziekte. Daarnaast zijn bijwerkingen van langdurig prednisongebruik en de kans op een toxisch megacolon of een carcinoom op lange termijn de risico's van conservatieve therapie. Bij operatieve behandeling zijn er een aanzienlijke morbiditeit en gelukkig geringe sterfte. Bij de colectomie treden in het bijzonder complicaties op, als de operatie bij een acuut zieke patiënt moet plaatsvinden.

De beslissing tot electieve operatie is moeilijk, omdat het ziektebeloop bij de individuele patiënt sterk kan wisselen. Desalniettemin geloven wij, dat een chronisch zieke patiënt al vrij snel informatie over de verschillende operatiemogelijkheden en de eventuele gevolgen dient te krijgen. Daarbij krijgt hij de beste informatie als hij in contact kan treden met eerder geopereerde patiënten. Opvallend is dat patiënten die een colectomie ondergaan wegens een chronisch actieve colitis zich eindelijk na jaren sukkelen weer gezond voelen. Natuurlijk heeft een ileostoma met name bij jongeren bezwaren, doch in onze ervaring verkiest de chronisch zieke patiënt achteraf een gezonde toestand met een goed functionerend stoma boven de ellende van jarenlange diarree, malaise en eventuele extra-intestinale verschijnselen.

De aanleg van een ileo-anaal reservoir (vanaf 1985-1989 bij 24 patiënten in onze regio) is een grote operatie. Bij ongeveer 10% van de patiënten treden zodanige problemen op dat uiteindelijk een stoma moet worden aangelegd. Het grootste probleem is echter het slijmlekken, vooral 's nachts (20%). Wellicht dat aanpassing van de techniek een beter functioneel resultaat kan geven.1

Vroegtijdig overleg over het te volgen beleid tussen internist en chirurg is onzes inziens in het belang van de patiënt met colitis ulcerosa.

R.H. Schreve
W.F. Eggink
Literatuur
  1. Slors JFM, Taat CW, Brummelkamp WH. De ileo-anale anastomose met ileumreservoir. [LITREF JAARGANG="1990" PAGINA="334-7"]Ned Tijdschr Geneeskd 1990; 134: 334-7.[/LITREF]

Nijmegen, april 1990,

Wij onderschrijven de mening, dat met patiënten, bij wie de colitis binnen enkele maanden niet tot rust komt ondanks optimale medicamenteuze therapie en die hierdoor sociaal duidelijk gehinderd worden, de mogelijkheid van een colectomie moet worden besproken. Wellicht is het goed nog eens op te merken dat, waar sprake is van een continu actieve proctitis en (of) colitis bij 20-30% van de patiënten na het vijfde jaar, dit gaat om een groep met wisselende samenstelling. Een individuele patiënt kan bijvoorbeeld in het vierde jaar geen of nauwelijks verschijnselen van colitis hebben, maar in het volgende jaar kan de colitis weer intermitterend of continu, duidelijk of in geringe mate actief zijn.

R.M. Perenboom
M.C.M. Rijk
G.H.J.M. Rikken
J.H.M. van Tongeren