Het ultieme dokteren

Opinie
Yolanda van der Graaf
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:B1691

artikel

Ze zijn er nog. Symptomen die behoorlijk de kwaliteit van leven aantasten, maar waarbij de dokter vooral moet varen op een heel goede anamnese. Het leerartikel over hoofdpijn (D4146) geeft u de handvatten om de relatief goedaardige primaire hoofdpijnen te onderscheiden van de zogenaamde secundaire hoofdpijnen, waarbij een onderliggende ziekte de oorzaak is.

Aan labonderzoek heb je bij hoofdpijn vrijwel niets en beeldvormend onderzoek is vooral nuttig bij de secundaire oorzaken. Baat het niet, het schaadt wel, geldt ook hier, want de kans op een toevalsbevinding bij MRI-onderzoek is 200 keer hoger dan het risico op een hersentumor. Het echte werk bestaat dus vooral uit het afnemen van een zorgvuldige anamnese en – als u daar redelijk zeker over bent – het kiezen van de behandeling. Uit de reactie op behandeling moet u maar afleiden of u goed zit, want een gouden standaard is er niet.

Om u te helpen, schrijven Brandt en collega’s (D4870) hoe u bijzondere vormen van primaire hoofdpijn – de zogenaamde trigeminale autonome cefalalgieën – kunt herkennen. De uitspraak van Osler waar Jan van Gijn mij op wees – ‘luister naar de patiënt, hij probeert je te vertellen wat de diagnose is’ – is zeker van toepassing op patiënten met hoofdpijn. Maar niet alleen bij hoofdpijn, zoals wordt geïllustreerd in het artikel van Tibben (D4335). Hier hadden de klachten leidend moeten zijn voor de diagnostiek en niet dat heel hoge TSH.

Meestal blijkt tijdens het leven van een patiënt wel of een diagnose de juiste was. Soms blijkt dat echter pas bij obductie. Maar de wens om een diagnose te bevestigen wordt kennelijk steeds geringer, want er worden steeds minder obducties aangevraagd (D4650). Paul van der Valk schrijft dat het percentage discrepanties tussen klinische diagnose en uitkomst obductie echter niet lager wordt en nog steeds zo tussen de 10 en 25 procent ligt.

De komst van de non-invasieve obductie heeft de animo voor obductie niet doen toenemen en ik ben met Van der Valk somber gestemd over de kansen om dit probleem op de overvolle zorgagenda te krijgen. Jammer, want het gaat wel om de evaluatie van diagnostiek.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties