Algemeen
Het toestemmingsvereiste in het kader van de arts-patiëntrelatie is een belangrijk uitvloeisel van het zelfbeschikkingsrecht. Het is gebaseerd op internationaal erkende mensenrechten1 en het is, zoals hierna zal worden aangegeven, ook verankerd in het Nederlandse rechtssysteem. De Centrale (thans Nationale) Raad voor de Volksgezondheid formuleerde het in 1980 alsdus: ‘Toestemming mag in beginsel niet worden verondersteld. Behoudens routine-handelingen dient toestemming door de hulpverlener expliciet te worden gevraagd. Het behoort ook tot zijn taak zonodig de patiënt te attenderen op diens rechten.’2 Deze gedachten zijn ook verwoord in de twee nota's ‘Patiëntenbeleid’ van de regering (1981 en 1983): ‘een medische ingreep is, behoudens acute noodsituatie, alleen geoorloofd als de patiënt daarvoor zijn door voldoende relevante informatie gekwalificeerde toestemming heeft gegeven.’3 En:‘... de afzonderlijke toestemming van de patiënt is vereist voor medische handelingen; deze toestemming mag in beginsel niet worden verondersteld.’4
Het is uitgesloten dat de patiënt…
Reacties