Samenvatting
Het, weinig voorkomende, syndroom van de pijnlijke benen met bewegende tenen wordt gekenmerkt door onwillekeurige, onregelmatige bewegingen en ernstige, diffuse diepe pijn in de voet of het been. De oorzaak van dit vrij zeldzame beeld is onbekend en er bestaat nagenoeg geen behandeling voor. Wij beschrijven de ziektegeschiedenis van een overigens gezonde 74-jarige vrouw, bij wie al vele jaren de verschijnselen van het syndroom hadden bestaan.
(Geen onderwerp)
Amsterdam, maart 1988,
Met belangstelling lazen wij het artikel van Nusselder et al. (1988;218-20). Het hier beschreven syndroom toont alle tekenen van een vorm van centrale deafferentiatiepijn. Slecht afgegrensde dysesthesie, paresthesie en brandende, diepe pijn: het pleit allemaal meer voor een deafferentiatiesyndroom dan voor een nociceptieve pijnprikkel. Motorische autonome activiteit zou dan via de interneuronen in het ruggemerg of nog hoger in het centrale zenuwstelsel tot stand kunnen komen, zoals ook de beschreven dyskinesieën. Combinatie met lumbago en radiculopathie lijkt ons toevallig. Deze diagnose heeft therapeutische consequenties, omdat centrale deafferentiatiepijn niet primair moet worden behandeld met analgetica en (of) corticosteroïden. Behandeling met anti-epileptica of baclofen is te overwegen, maar dient voorafgegaan te worden door een proefbehandeling met transcutane zenuwstimulatie. Medicamenteus komen eventueel nog in aanmerking: tricyclische antidepressiva, clonazepam;1 ook zou men een proefbehandeling met cholinesteraseremmers kunnen proberen.2 Van regionale blokkadetechnieken hoeft men bij centrale deafferentiatiepijn geen heil te verwachten.
Maciewicz R, Bouckoms A, Martin JB. Drug therapy of neuropathic pain. Clin J Pain 1985; 1: 39-49.
Schott GD, Loh L. Anticholinesterase drugs in the treatment of chronic pain. Pain 1984; 20: 201-6.
(Geen onderwerp)
Heerlen, maart 1988,
Wij danken de collegae Lagas en Karsch voor hun reactie op ons artikel. De door ons beschreven patiënte werd in de afgelopen jaren al behandeld met tricyclische antidepressiva, clonazepam, anti-epileptica en baclofen, overigens zonder resultaat. De suggestie patiënte te behandelen met een cholinesteraseremmer willen wij gaarne overnemen.