Samenvatting
In het kader van het deelprogramma ‘Psychogeriatrie’ van het Stimuleringsprogramma Gezondheidsonderzoek (SGO) is van eind 1989-1994 een longitudinaal onderzoek uitgevoerd naar het verloop van lichte cognitieve stoornissen bij ouderen in Amsterdam (het AMSTEL-project). De wetenschappelijke doelstellingen van het project waren de ontwikkeling van diagnostische instrumenten voor de vroege diagnostiek van dementie, de ontwikkeling van criteria voor de voorspelling van het beloop van lichte cognitieve stoornissen en bevordering van de kennis over de relatie tussen somatische en psychiatrische morbiditeit en dementie. Voorts waren er doelstellingen op het gebied van het medisch onderwijs en de patiëntenzorg.
Enkele resultaten waren: voor dementiediagnostiek in de huisartspraktijk zijn vragen over oriëntatie en kortetermijngeheugen van nut. Risicofactoren voor cognitieve achteruitgang zijn bij ouderen hippocampusatrofie op de MRI-scan, een laag opleidingsniveau en subjectieve geheugenklachten. Subjectieve geheugenklachten worden niet primair veroorzaakt door een depressieve stemming, zoals vaak wordt verondersteld, maar zijn in belangrijke mate een juiste zelfobservatie van cognitieve achteruitgang, met een verhoogde kans op het ontstaan van dementie. Behalve het AMSTEL-project werd tevens een haalbaarheidsonderzoek naar een psychogeriatrisch casusregister in Amsterdam verricht.
Reacties