Zie ook de artikelen op bl. 2184 en 2191.
Inleiding
De bevruchtbaarheid van de mens werkt volgens een ander principe dan die bij de meeste andere zoogdiersoorten. Waar bij vele zoogdieren één copulatie ten tijde van één enkele ovulatie een zeer grote zwangerschapskans oplevert, leidt deze actie bij de mens tot een veel geringere zwangerschapskans: ondanks een blanco voorgeschiedenis en een ongestoord anatomisch en endocrinologisch functioneren ten aanzien van de genitale tractus, ligt bij relatief vruchtbare vrouwen de zwangerschapskans wellicht niet hoger dan 30 en deze ligt zelfs lager dan 5 bij relatief onvruchtbare vrouwen.
Op jaarbasis echter bereikt de mens minstens dezelfde bevruchtbaarheid als de ‘zoogcollegae’ uit de dierenwereld die aan één enkele copulatie tijdens één enkele ovulatie per jaar genoeg hebben: door 13 maal per jaar te ovuleren en door de voortdurende aanwezigheid van een overmaat aan zaadcellen als gevolg van een opvallend hoog opgevoerde seksuele activiteit…
Reacties