In 1984 introduceerden Dalakas en zijn medewerkers uit het National Institute of Health in Bethesda, Maryland, het begrip ‘post polio-syndroom’: een spectrum van neuromusculaire aandoeningen die zich kunnen voordoen bij patiënten die in het verleden een poliomyelitis anterior acuta hebben doorgemaakt.1 De auteurs onderscheidden:
– Vermindering van motorische functies zonder toename van spierzwakte. Vaak gaat dit gepaard met gewrichtspijnen, moeheid en een verminderd uithoudingsvermogen.
– Vermindering van motorische functies en pijn als gevolg van secundaire complicaties (bijv. compressieneuropathieën zoals carpale-tunnelsyndroom en neuropathie van de N. ulnaris door chronisch gebruik van krukken of rolstoel, en degeneratieve gewrichtsafwijkingen door abnormale of overmatige belasting van de gewrichten).
– Vermindering van motorische functies met toename van zwakte in spieren die tijdens het doormaken van de polio-infectie waren aangedaan, maar zich weer hebben hersteld. Bovendien kan zwakte optreden in spieren die in het acute stadium gespaard bleven. Soms gaat dit gepaard met spierpijnen.
Vooral…
Reacties