Het lichamelijk onderzoek is dood, leve de echo

Opinie
Joost P.H. Drenth
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:B1022

artikel

Het lichamelijk onderzoek maakt al eeuwen onderdeel uit van het arsenaal aan middelen waarmee de dokter een indruk krijgt van de afwijkingen van de zieke patiënt. Generaties studenten hebben geleerd hoe ze een volledig buikonderzoek moeten doen. Maar hoe goed is ons lichamelijk onderzoek eigenlijk? Onderzoek naar de sensitiviteit en specificiteit van het lichamelijk onderzoek is schaars. De studies die gedaan zijn laten zien dat de opbrengst pover is en sterk afhangt van diegene die het doet en van hoe vaak de ziekte voorkomt. De ervaren dokter doet het beter bij afwijkingen die hij vaak ziet. Steevast concluderen die artikelen dat lichamelijk onderzoek kan helpen bij de diagnostiek, maar zeker niet zaligmakend is.

In de klinische praktijk heeft de waarde van het buikonderzoek met de introductie van radiologische apparatuur als CT en MRI danig aan waarde ingeboet. Het is soms gewoon lastig om goed buikonderzoek bij de dikke patiënt te doen. Op de Spoedeisende Hulp wordt bij een patiënt met buikpijn al snel naar een CT of MRI gegrepen. Plaatjes ‘liegen niet’, zo wordt gedacht en ze leggen de aanwezige anatomische afwijkingen voor dat moment onwrikbaar vast. Lekker makkelijk voor bij de overdracht. Als we echter alle patiënten met buikpijn door de CT moeten halen, dan vliegen de gezondheidskosten door het plafond. Bovendien leidt een afwijkende bevinding op een CT die niets met de oorspronkelijke indicatie te maken heeft vaak tot veel en duur vervolgonderzoek.

Hoe kan het anders? In dit nummer van het NTvG beschrijven Groningse artsen de waarde van een spoedechografie bij patiënten met shock op de Spoedeisende Hulp (A6695). Bij de 2 door hen beschreven patiënten kon de spoedarts door het echo-onderzoek de diagnose stellen. De echografie als verlengde van het lichamelijk onderzoek klinkt mij als muziek in de oren. Op mijn polikliniek heb ik palpatie van de lever verlaten voor het echo-onderzoek. Je kunt snel de grootte van de lever vaststellen, maar ook of de bloeddoorstroming intact is en of er vrij vocht in de buik zit. Met de Groningse auteurs ben ik het eens dat gebruik van de echo in eigen handen de snelheid van het diagnostisch traject verhoogt. Toch merken de Groningse auteurs op dat er nog wat hordes te nemen zijn voordat brede implementatie in de klinische praktijk kan gebeuren. Net zoals bij het lichamelijk onderzoek hangt de diagnostische waarde van de echo echt af van diegene die hem uitvoert. De oproep tot scholing is dan ook logisch. Is het lichamelijk onderzoek ten dode opgeschreven? Dat denk ik niet, maar de brede invoer van echografie naast het lichamelijk onderzoek is slechts een kwestie van tijd.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties