Samenvatting
Doel
Beschrijven van het medisch handelen van huisartsen bij urethritis bij mannen, en vergelijken van deze gegevens met een huisartsgeneeskundig protocol voor urethritis.
Opzet
Descriptief.
Plaats
Huisartspraktijken in Amsterdam.
Patiënten en methoden
In 13 huisartspraktijken (23.510 patiënten, van wie 11.627 mannen) werden een jaar lang alle episoden van urethritis bij mannen (n = 55) in detail geregistreerd (klacht, medisch handelen, diagnose, medicatie, follow-up).
Uitkomstvariabelen
De diagnostische en therapeutische handelingen en het verloop van episoden worden beschreven, en marginaal getoetst aan het urethritis-protocol.
Resultaten
Bij 25 werd het urinesediment onderzocht, zelden werd ander onderzoek in eigen beheer verricht. Bij 30-40 werd microbiologisch onderzoek elders verricht. Bij 50 der nieuwe diagnosen was de medicatie te laag gedoseerd, en in enkele gevallen was deze te smal of verkeerd. Er werd bij 25 expliciet voorlichting gegeven. Bij 22 werd in de follow-up een nieuwe behandeling ingesteld.
Conclusie
(Bij vergelijking met het protocol.) Er werd te weinig gebruik gemaakt van het juist zo doeltreffende onderzoek van het sediment. Ander onderzoek in eigen beheer werd zelden verricht, conform het protocol. Er werd meer onderzoek elders verricht dan nodig lijkt, gezien de weinige diagnosemutaties en de aard van de behandelingen in de follow-up. De medicatie bij het eerste consult was vaak te laag gedoseerd, soms was deze te smal of onjuist. Een eerste, brede behandeling in een juiste dosis verdient de voorkeur: ze biedt grote zekerheid en hoeft niet te worden bijgesteld. Er werd te weinig voorgelicht gezien de risico's voor vrouwelijke partners (opstijgende infectie) en het risico op transmissie van HIV. Er werd zeer weinig verwezen. Nadere aandacht voor deze uitkomsten in onderwijs en nascholing is van belang, omdat huisartsen in Nederland het overgrote deel van de urethritiden bij mannen behandelen.
Reacties