Het gesprek met de patiënt met kanker

Perspectief
D.J.Th. Wagener
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:85-9

Zie ook het artikel op bl. 77.

Het onderwerp ‘gesprek’ wordt door geneeskundestudenten vaak als minder belangrijk beschouwd dan de meer exacte onderdelen van de studierichting. Het krijgt daardoor in het algemeen niet die aandacht in de opleiding tot arts die het zou moeten hebben. Het gesprek is echter het belangrijkste instrument waarover de arts beschikt, het essentieelste onderdeel van de communicatie met de patiënt, en daarom voor de huisarts of de internist belangrijker dan de stethoscoop. Vooral voor het slecht-nieuwsgesprek is scholing noodzakelijk. Wij doen niet graag dingen waarin wij niet geschoold zijn. Een axioma in de medische praktijk luidt: ‘Doe niet iets tenzij je weet wat te doen als het verkeerd gaat’. Indien er geen training in gesprekstechniek is geweest, is er ook geen oefening geweest in het opvangen van de gevolgen van de gesprekken (bijvoorbeeld wat te doen als patiënt boos wordt of in huilen uitbarst). Wanneer…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Medische Oncologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Prof.dr.D.J.Th.Wagener, internist.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, februari 1995,

Op dit zeer belangwekkende artikel van collega Wagener (1995:85-9)

Wagener beveelt aan het nieuws te vertellen volgens een methode van Maguire en Faulkner, namelijk door middel van het vertragen van het tempo: eerst wordt de patiënt een voorbereidende waarschuwing gegeven (bijvoorbeeld: ‘Ik ben bang dat het ernstiger is dan een eenvoudige maagzweer’), daarna kan aan de hand van de reactie van de patiënt worden doorgegaan met het geven van informatie. Ten slotte komt men bijna altijd uit bij de mededeling dat het om kanker gaat.

Aan deze methode kleven enige bezwaren, die te maken hebben met de psychologie van informatieverwerking. Het aanhoren van nieuws, in dit geval een diagnose, roept bij de patiënt emoties op, vooral angst. De manier waarop de meeste mensen met deze angst omgaan, is het ontkennen van het nieuws (‘Dokter, dan kan toch niet waar zijn’). In een normaal verwerkingsproces volgen woede, verwarring en ten slotte acceptatie. Aan de arts komt de taak toe dit proces te herkennen en door middel van gespreksvoering te begeleiden en te bevorderen.

Wanneer de arts de diagnose niet meteen duidelijk vertelt, dreigt verstoring van dit proces: de patiënt kan van de voorbereidende waarschuwing al zo schrikken, dat hij/zij niet verder vraagt. Dan zal hij/zij de diagnose niet te horen krijgen en deze ook niet kunnen verwerken. Ook wordt het de arts makkelijker gemaakt mee te gaan in de ontkenning: het is voor de arts immers niet altijd eenvoudig nare mededelingen te doen. Daartegenover staat de dreiging van de ‘hang u zelf op’-methode, waar Wagener terecht tegen waarschuwt.

Het doel van het ‘slecht-nieuws’-gesprek is dus de patiënt door de ontkenning heen te loodsen om het nieuws te kunnen accepteren. Een zeer bruikbare methode voor de praktijk is het belangrijkste nieuws kort, neutraal en in begrijpelijk Nederlands te vertellen (bijvoorbeeld: ‘Uit de onderzoeken is gebleken dat u maagkanker hebt’). Hierdoor krijgt de patiënt de ruimte te reageren op het nieuws in de hier genoemde fasen. De arts kan dan, door het nieuws te herhalen en in te gaan op de emoties, de patiënt helpen dit te aanvaarden. Uit onderzoek blijkt dat de patiënten op deze manier een slechte boodschap goed aankunnen en hun arts niet als harteloos ervaren.1

E.M. Welleman
Literatuur
  1. Schouten JAM. Anamnese & advies. Alphen aan den Rijn: Samson Stafleu, 1985.