Samenvatting
Doel
Het bestuderen van het effect van folium- of folinezuursuppletie op toxiciteit en effectiviteit van methotrexaat (MTX) bij patiënten met reumatoïde artritis.
Opzet
Gerandomiseerd, multicentrisch, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek.
Methode
Patiënten werden gerandomiseerd in 3 behandelgroepen: MTX met placebo, MTX met foliumzuur (1 mg/dag) en MTX met folinezuur (2,5 mg/week). De startdosis MTX was 7,5 mg/week per os en kon zo nodig verhoogd worden tot een maximum van 25 mg/week. De dosering van folium- en folinezuur werd verdubbeld indien de MTX-dosis ≥ 15 mg/week bedroeg. Het primaire eindpunt was het staken van het MTX-gebruik wegens bijwerkingen. Secundaire eindpunten waren de MTX-dosering en graadmeters van effectiviteit en toxiciteit. De duur van de studie was 48 weken.
Resultaten
Staken van MTX-gebruik ten gevolge van bijwerkingen trad op bij 52 van de 137 (38) patiënten in de placebogroep, 23/133 (17) in de foliumzuurgroep en 17/141 (12) in de folinezuurgroep. Deze verschillen waren het gevolg van een minder hoge transaminasestijging in de folaatgesuppleerde groepen. Er waren geen verschillen in frequentie, ernst en duur van andere bijwerkingen, of van parameters van effectiviteit. De gemiddelde MTX-dosering aan het eind van de studie was lager in de placebogroep (14,5 mg/week) dan in de folium- en folinezuurgroepen (respectievelijk 18,0 en 16,4 mg/week).
Conclusie
Folium- en folinezuur verminderden het optreden van leverfunctiestoornissen tijdens MTX-therapie even effectief, resulterend in een kleiner aantal patiënten dat het gebruik van MTX moest staken. Andere bijwerkingen werden niet beïnvloed. In de folaatgesuppleerde groepen werd een iets hogere dosis MTX voorgeschreven om eenzelfde verbetering in ziekteactiviteit te bewerkstelligen.
Reacties